Gebruiksaanwijzing voor de installateur
Weersafhankelijke regelaar PM 2940
5.1.2. Boilerlading met 1 of 2 trappen
Afhankelijk van het benodigde vermogen voor
de warmwaterbereiding kan worden geselec-
teerd of de boilerlading met 1 of 2 brandertrap-
pen dient te geschieden.
Stand
, boilerlading met één brandertrap
(deellast)
Laden met een lange branderlooptijd.
Stand
, boilerlading met twee brandertrap-
pen (vollast)
(Alleen bij een installatie met een hoog/laag ketel
of twee aan/uit ketels).
Voor het snelle laden van de boiler met hoge
prioriteit.
5.1.3. Boilerlading met pomp of wisselklep
Men kan instellen of de boilerlading met een boi-
lerpomp of via een wisselklep dient te geschieden.
Stand
, boilerlading met pomp
Stand
, boilerlading via wisselklep.
(Parallel bedrijf (4-0 on) is niet mogelijk.)
De circulatiepomp wordt voor de boilerlading
gebruikt. Hij loopt daarom in boilerbedrijf door.
5.2. Bedrijfswijze met twee brandertrappen
5.2.1 Omkering van de inschakelvolgorde
Stand
, inschakelvolgorde B1-B2
Voor het gebruik van aan/uit of hoog/laag ketels,
of voor een system met twee ketels. De eerste
ketel wordt als leidende ketel gebruikt.
Stand
, inschakelvolgorde B2-B1
(Niet gebruiken voor hoog/laag ketels.)
Voor een systeem met twee ketels. De tweede
ketel wordt als leidende ketel gebruikt. Voor het
compenseren van de bedrijfsuren alsmede bij
het uitvallen van de eerste ketel.
rematic
5.2.2 Inschakelen van de tweede brander-
trap
Stand
, vertraagde inschakeling van de
tweede brandertrap.
De tweede trap wordt pas ingeschakeld als de
keteltemperatuur gedurende enige tijd onder de
stooklijn of minimale keteltemperatuur ligt. De
inschakelvertraging is kleiner naarmate dit tem-
peratuurverschil groter is.
Stand
, directe inschakeling van de tweede
brandertrap
De deellast wordt direct in- of uitgeschakeld
zodra het verschill tussen de keteltemperatuur
en de stooklijntemperatuur groter wordt dan de
ingestelde schakeldifferentie. De tweede trap
wordt ingeschakeld als het verschil tussen de
keteltemperatuur en de berekende waarde dit
nodig maakt.
5.3. Aanpassing aan de mengklepaandrij-
ving
Stand
, driepunts-uitgang voor meng-
klepaandrijvingen met elektromotor.
De draairichting van de mengklepmotor wordt
door een "OPEN"- of een "DICHT" -commando
van de regelaar gestuurd.
Stand
, tweepunts-uitgang voor thermi-
sche mengklepaandrijvingen
De mengklep gaat open door het activeren van
een "OPEN"-commando. Hij sluit vanzelf als de
regelaar het "OPEN"-commando uitschakelt.
5.4 Automatische stooklijn-correctie
Als er een correct geplaatste afstandsbediening
FB 5240 aan de regelaar aangesloten is, rekent
deze de bij het gebouw passende stooklijn au-
tomatisch uit.
Stand
, stooklijn-correctie "UIT"
De ingestelde stooklijn mag niet automatisch
worden aangepast. (Bijvoorbeeld bij extra
verwarmen met open haard).
Stand
, stooklijn-correctie "AAN"
De regelaar stelt de correcte stooklijn automa-
tisch in.
12
®
2940 BBUL
Dok. Nr. 105525 45/96