SC-T5100M/SC-T3100M/SC-T5100/SC-T3100/SC-T5100N/SC-T3100N/SC-T2100 Series Gebruikershandleiding
Opmerking:
Voordat het aanpassingspatroon wordt
afgedrukt, wordt eerst automatisch een controle
van de spuitkanaaltjes uitgevoerd. Als wordt
vastgesteld dat spuitkanaaltjes verstopt zijn,
wordt het schoonmaken gestart en wordt het
aanpassingspatroon afgedrukt nadat het
schoonmaken is voltooid.
C
Voer de numerieke waarde in voor het patroon
met de minste strepen in de afgedrukte
aanpassingspatronen voor nr. 1 en druk
vervolgens op Uitlijning #2.
In het volgende voorbeeld heeft patroon 0 de
minste strepen. Hiervoor zou u dus 0 invoeren.
Als er geen verschil is tussen de twee naast
elkaar gelegen patronen en u niet zeker weet
welke het beste is, voert u de tussenliggende
numerieke waarde in. Als u bijvoorbeeld niet
zeker weet of u patroon 0 of 2 moet invoeren,
voert u 1 in.
D
Voer de numerieke waarde in voor het patroon
met de minste strepen in de
aanpassingspatronen voor nr. 2 en nr. 1 en
druk op Uitlijning #3.
E
Voer de numerieke waarde in voor het patroon
met de best zichtbare rechte lijnen in de
aanpassingspatronen voor nr. 3 en druk op
Uitlijning #4.
In het volgende voorbeeld heeft patroon 0 de
meeste rechte lijnen. Hiervoor zou u dus 0
invoeren.
Papier laden en instellen
Als er geen verschil is tussen de twee naast
elkaar gelegen patronen en u niet zeker weet
welke het beste is, voert u de tussenliggende
numerieke waarde in. Als u bijvoorbeeld niet
zeker weet of u patroon 0 of 2 moet invoeren,
voert u 1 in.
F
Bij aanpassingspatroon nr. 4 voert u de
numerieke waarde in van het patroon met de
meeste rechte lijnen bij nr. 3 op het scherm.
G
Druk op OK.
Het afdrukken van de tweede set
aanpassingspatronen wordt gestart. Voor losse
vellen kleiner dan A2-formaat laadt u het
tweede vel papier.
c
Wanneer u losse vellen van A2-formaat of
groter gebruikt, of wanneer u rolpapier
gebruikt terwijl automatisch snijden is
uitgeschakeld, wordt het deel waarop de
eerste set patronen is afgedrukt weer in de
printer ingevoerd voor het afdrukken van de
tweede set patronen. Raak het papier niet
met uw handen aan.
H
Voer de numerieke waarde in voor het patroon
met de minste strepen in de afgedrukte
aanpassingspatronen voor nr. 1 en druk
vervolgens op Uitlijning #2.
In het volgende voorbeeld heeft patroon 0 de
minste strepen. Hiervoor zou u dus 0 invoeren.
I
Voer voor nr. 2 de numerieke waarde voor het
patroon met de minste strepen in het
aanpassingspatroon op dezelfde manier in als
voor nr. 1 en druk op Uitlijning #3.
49
Belangrijk: