SC-T5100M/SC-T3100M/SC-T5100/SC-T3100/SC-T5100N/SC-T3100N/SC-T2100 Series Gebruikershandleiding
De
netwerkverbindings-
methoden wijzigen
De printer kan verbinding maken met een bekabeld
netwerk of een draadloos netwerk. Daarnaast wordt
ook Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)
ondersteund. Hiermee kunt u verbinding maken met
een smart apparaat of een ander apparaat om
rechtstreeks draadloos verbinding te maken met de
printer, zelfs in een omgeving waarin geen bekabeld
netwerk of draadloos netwerk beschikbaar is.
De printer kan niet tegelijkertijd verbinding maken
met een bekabeld netwerk en een draadloos netwerk.
Een Wi-Fi Direct-verbinding is mogelijk, ongeacht of
de printer al met een netwerk verbonden is.
In dit gedeelte worden de procedures beschreven voor
het wisselen tussen de verbindingsmethoden.
Opmerking:
Raadpleeg de Beheerdershandleiding voor meer
informatie over de netwerkinstellingen.
Schakelen naar een
bekabeld netwerk
A
Raak op het startscherm
Opmerking:
De vorm en kleur van het pictogram verschillen,
afhankelijk van de verbindingsstatus.
"Het scherm begrijpen en gebruiken" op
U
pagina 14
B
Raak Beschrijving aan.
C
Raak Verbindingsmethode Vast LAN aan.
De netwerkverbindingsmethoden wijzigen
aan.
103
D
Raak Start de instelling aan.
De draadloze verbinding naar het toegangspunt
wordt verbroken. Wacht totdat het bericht
Wi-Fi-verbinding is uitgeschakeld. wordt
weergegeven.
E
Sluit de router en de printer met een
netwerkkabel op elkaar aan.
Raadpleeg de onderstaande informatie voor de
locatie van de LAN-poort van de printer.
"Achterkant" op pagina 12
U
Schakelen naar een
draadloos netwerk
Hiervoor zijn de SSID (netwerknaam) en het
wachtwoord vereist van het toegangspunt waarmee de
printer moet worden verbonden. Controleer ze
voorafgaand aan de procedure. De printer kan worden
verbonden met een draadloos netwerk terwijl de
netwerkkabel nog is aangesloten.
Opmerking:
Als uw toegangspunt WPS (Wi-Fi Protected Setup)
ondersteunt, kan de printer worden verbonden via
Instellen met drukknop (WPS) of Instellen met PIN
(WPS) zonder dat hiervoor een SSID en wachtwoord
vereist zijn.
"Algemene instellingen — Netwerkinstellingen" op
U
pagina 161
A
Raak op het startscherm
Opmerking:
De vorm en kleur van het pictogram verschillen,
afhankelijk van de verbindingsstatus.
"Het scherm begrijpen en gebruiken" op
U
pagina 14
B
Raak Router aan.
C
Raak Start de instelling aan.
De gegevens van de bekabelde
netwerkverbinding. worden weergegeven.
D
Raak Wijzig naar Wi-Fi-verbinding. aan, lees
het bericht dat wordt weergegeven en raak Ja aan.
aan.