6.4.5
Stel de start- en eindtijden van de lichtperiode van een cluster in.
6.4.6
Stel de schakelwaarden van een cluster lichtarmaturen in
Installatie
Voer waarden bij benadering in. Voor invoer van exacte waarden zie
hoofdstuk "Stel de schakelwaarde van een cluster lichtarmaturen
in" (pagina 6‑15).
4.
Selecteer de knop [Opslaan] om de wijzigingen te bewaren.
1.
In de gebruikersinterface, selecteer knop [Instellen verlichting] aan de
linkerkant van het scherm.
Een tabel met gegevens over elk cluster wordt weergegeven.
2.
In de kolom 'Gegevens' klik 'Bewerken' voor het toepasselijke cluster.
3.
Bewerk de 'Starttijd' en 'Eindtijd' voor de hoofdlichtperiode (en indien
van toepassing voor de nachtlichtperiode) van het cluster.
4.
Selecteer knop 'Opslaan'.
Nadat u de stroom aanschakelt, wacht minimum 60 minuten voordat u deze
procedure doet.
1.
In de gebruikersinterface, selecteer knop [Instellen verlichting] aan de
linkerkant van het scherm.
Een tabel met gegevens over elk cluster wordt weergegeven.
2.
In de kolom 'Gegevens', selecteer knop [Bewerken] naast het cluster
dat u wilt wijzigen.
6-15