Inhoudsopgave
Advertenties
5-10
Er zijn bijgevolg vijf fasen:
•
Fase 1, lichten 'Aan' in de vroege ochtend.
•
Fase 2, lichten 'Uit' bij volledig daglicht.
•
Fase 3, lichten 'Aan' bij valavond.
•
Fase 4, nachtlichten 'Aan' bij (het begin van de) nacht (voor
nachtlichtconfiguratie met geïntegreerde led-lichtarmaturen of uitsluitend
aparte nachtlichtarmaturen).
•
Fase 5, lichten 'Uit' tijdens de nacht.
Fase 1: Lichten 'Aan' in de vroege ochtend
Als de werkelijke tijd voorbij de begintijd van de lichtperiode gaat, worden de
lichten in de relevante clusters aangeschakeld. De lichtarmaturen worden
één voor één ingeschakeld met een interval van een paar seconden. Deze
resultaten zijn een geleidelijke stijging van het licht, en voorkomt ook
plotselinge stroomwijzigingen.
Fase 2: Lichten 'Uit' bij volledig daglicht
Als de buitenlichtwaarde over de hoge schakelwaarde gaat, worden de
lichten een voor een uitgeschakeld. Een timer wordt gestart om te
voorkomen dat de besturingsunit de lichten aan- en uitschakelt tijdens de
eerste 10 minuten wanneer de waarde van de buitenverlichting rond de
hogeschakelwaarde ligt.
Fase 3: Lichten 'Aan' bij valavond
Als de buitenlichtwaarde onder de lage schakelwaarde gaat, worden de
lichten in de relevante clusters een voor een aangeschakeld. De timer van
10 minuten voorkomt dat de besturingsunit de lichtarmaturen regelmatig
aan- of uitschakelt wanneer het buitenlicht fluctueert.
Fase 4: Nachtlicht 'Aan' tijdens de nacht (optioneel)
Er is een nachtlamp beschikbaar voor twee soorten armaturen:
1.
Geïntegreerde LED-armatuur: de nachtlamp is geïntegreerd in de
hoofdlichtarmatuur. Het is niet langer noodzakelijk om twee aparte
armaturen te monteren bij integratie van deze nachtlamp.
Om schade aan de led-verlichting te voorkomen, moet de
geïntegreerd LED-armatuur afkoelen voordat de led-verlichting wordt
aangeschakeld. Een interne vertraging van 10 minuten voor elke LED-
armatuur voorkomt dat de led-verlichting aanschakelt nadat het
daglicht is uitgeschakeld. Om te voorkomen dat het volledig donker
wordt in de stal, moet het daglicht uitgeschakeld worden in fasen
samen met het aanschakelen van het nachtlicht in fasen ('instelling
vertraging uit' (pagina 6‑18)).
2.
Aparte nachtlichtarmaturen: de nachtlamp wordt bediend door een
aparte schakelunit om nachtlichtarmaturen apart te houden.
Als de werkelijke tijd voorbij het 'Begin van de nachtlichtperiode' (pagina 6‑
18) gaat, worden de nachtlichten aan (pagina 5‑11)geschakeld (4). Het
licht stoort de kudde niet tijdens de nacht, waardoor bijvoorbeeld een
inspectieronde mogelijk is tijdens de nachturen zonder de dieren te storen.
Beschrijving en bediening
Advertenties
Inhoudsopgave
