6.4.8
Stel de eigenschappen van een lichtarmatuur in
6-18
1.
In de gebruikersinterface, selecteer knop [Instellen verlichting] aan de
linkerkant van het scherm.
Een tabel met gegevens over elk cluster wordt weergegeven.
2.
Selecteer knop [Bewerken] in de tabel in de kolom 'Armaturen'.
Het 'Lichtarmaturencluster'-scherm wordt getoond met een tabel van
de lichtarmaturen.
3.
Selecteer knop [Bewerken] in de tabel in de kolom 'Gegevens'.
Het 'lichtarmaturengegevens'-scherm wordt getoond met een lijst van
de volgende items:
•
Lichtarmatuur-adres, voor het identificatienummer van de
lichtarmatuur. Gebruik de plattegrond van de stal met de
identificatie-adressen van de lichtarmaturen.
•
Toegewezen aan cluster, om het cluster lichtarmaturen waarvan
de lichtarmatuur deel uitmaakt, te selecteren.
•
LED-armatuur, om de lichtarmatuur als een lichtarmatuur met
geïntegreerde led-verlichting (vakje aangevinkt) te identificeren.
•
Vertraagd uit, omdat een interne vertraging van 10 minuten voor
elk geïntegreerde lichtarmatuur voorkomt dat de led-verlichting
aanschakelt nadat het daglicht is uitgeschakeld, kan het volledig
donker worden in de stal tijdens de vertragingstijd. Schakel de
hoofdlichtclusters met vertraging 'Uit', en de vertraagde led-
nachtlichten 'Aan', voorkomt dit (vakje aangevinkt).
•
Verwachte levensduur (type lamp), om het type lamp te selecteren.
•
Verwachte levensduur (uren, volgens gebruiker), om de
levensverwachting van verschillende type lamp aan te passen.
•
Huidige levensduur (uren), toont de huidige levensduur in uren.
•
Huidige levensduur (aantal); toont de huidige levensduur in aantal
schakelaars.
•
Levensduurtellers, om alle levensduurteller te resetten.
4.
Typ de nieuwe waarden. Voor de 'Toegewezen aan cluster', selecteer
een cluster uit de lijst.
5.
Selecteer de knop [Opslaan] om de wijzigingen te bewaren.
Installatie