6
Beweeg het toestel met het bewegende onderwerp mee,
zodat het in beeld blijft.
Het toestel neemt automatisch de volgende foto.
7
Blijf het onderwerp in beeld houden tot het toestel alle
opnamen heeft gemaakt die voor de actiefoto nodig zijn.
›
Camera-instellingen aanpassen
Voordat u een foto maakt, kunt u
volgende opties weer te geven:
Optie
Functie
Schakel de macro-bestand in om foto's
Macro
van dichtbij te maken.
Hiermee stelt u de vertraging in voordat
Timer
er een foto wordt gemaakt.
Resolutie
Hiermee wijzigt u de resolutie.
Hiermee past u de kleurbalans aan de
Witbalans
lichtomstandigheden aan.
Hiermee past u een speciaal effect toe,
Effecten
zoals sepia of zwart-wit.
50
Entertainment
→
selecteren om de
Optie
Functie
Hiermee stelt u de gevoeligheid van de
ISO
beeldsensor in.
Hiermee selecteert u een type
Meting
lichtmeting.
Hiermee stelt u het kwaliteitsniveau
Beeldkwaliteit
voor uw foto's in.
Hiermee past u contrast,
Aanpassen
kleurverzadiging en scherpte aan.
Voordat u een foto maakt, kunt u
volgende instellingen weer te geven:
Instelling
Functie
Hiermee geeft u kaderlijnen op het
Richtlijnen
weergavescherm weer.
Hiermee stelt u in dat de gemaakte foto
Overzicht
wordt weergegeven.
→
selecteren om de