Instellen en uitvoeren test 3:
1. Sluit het meetsysteem conform het aansluitschema in bijlage 2 aan op het testobject.
2. Draai de keuzeschakelaar in de stand [Aardingsweerstand met stroomtang].
3. Druk op de [START] toets en laat hem weer los.
4. Het meetresultaat verschijnt op het display. Lees het resultaat af, sla het, indien gewenst, op en
noteer eventueel de geheugencodes.
5. Maak het testobject los of voer opnieuw een test uit.
De ERT-S houdt rekening met de informatie van de stroomtang, dus moet het resultaat als volgt
berekend worden:
5.2.4 Test 4: Soortelijke grondweerstandmeting ('Wenner'-methode)
Instellen en uitvoeren test 4:
1. Sluit de testkabels conform het aansluitschema in bijlage 2 aan op het meetsysteem.
2. Sla de vier testpennen, op onderling gelijke afstanden (=a; 1≤a≤8m, in meters nauwkeurig), in de
grond tot op een diepte die 5% is van de afstand a.
3. Draai de keuzeschakelaar in de stand [Grondweerstand].
4. Druk op de toets [Afstand (m)] en eventueel op de toetsen [8] en [9] om de afstand a, in meters
nauwkeurig, in de tester op te slaan.
5. Druk op de [START] toets en laat hem weer los.
6. Het meetresultaat verschijnt op het display. Lees het resultaat af, sla het, indien nodig, op en noteer
de geheugencodes.
7. Draai de keuzeschakelaar in de stand [Aardingsweerstand] om de gemeten weerstandswaarde te
bekijken.
8. Druk op de [START] toets en laat hem weer los. De weerstandswaarde zal nu in Ohms getoond
worden.
9. Verplaats de testpennen of voer opnieuw een test uit.
Re sult
- Gebruik de originele 1000:1 klem; deze wordt niet standaard bijgeleverd maar kan
door NIEAF SMITT op verzoek geleverd worden, zodat de technische specificatie
volgens paragraaf 2.2 gehaald kan worden.
- De minimale spanningsval (veroorzaakt door de meetstroom) over R
dit betekent dat de minimale waarde van R
- De minimale stroom die door de 1000:1 klem gemeten kan worden is 0,5 mA.
- Als de stroom, die door de klem gemeten wordt kleiner is dan 0,5 mA, wordt het
- Ieder resultaat kan slechts éénmaal opgeslagen worden.
- Denk bij het uitvoeren van volgende testen met een afwijkende afstand aan de
instelling van deze afwijkende afstand in de tester;
- Het nauwkeurig bepalen van de afstand tussen de testpennen en de instelling
daarvan in de tester zijn bepalend voor de nauwkeurgheid van de metingen;
- Ieder resultaat kan slechts éénmaal opgeslagen worden.
U
=
=
R
E
2
I
clamp
resultaat knipperend weergegeven.
- Pagina 21 -
is 0.01V;
TOT
Ω is.
0.5
TOT
Utrecht
Versie 005