3.2.2 Elektrische aansluiting
Voedingspanningen en frequenties kunnen per land verschillend zijn. Controleer of het
apparaat geschikt is voor aansluiting op het plaatselijke elektriciteitsnet. Controleer of de
gegevens op het typeplaatje overeenkomen. Sluit het apparaat aan op een wandcontact-
doos met randaarde.
3.2.3 Aansluiting op het waterleidingnet
Sluit het apparaat met behulp van de wateraansluitslang aan op een goed toegankelijke
beluchterkraan, die ingeval van problemen snel dicht gedraaid kan worden.
3.2.4 Waterafvoer (18)
Indien door een defect het reservoir van het koffiezetgedeelte te ver gevuld wordt, zal het
overtollige water via de waterafvoer (18) aan de onderzijde het apparaat verlaten. Houd
hiermee rekening als u het apparaat plaatst!
WAARSCHUWING
•
Zorg ervoor dat het netsnoer niet in aanraking
komt met de warmhoudplaten (indien aanwezig).
3.2.5 Eerste ingebruikname
Bij de eerste ingebruikname werkt het apparaat volgens de standaard fabrieksinstellin-
gen. De verschillende instellingen kunnen later door bevoegd personeel worden gewij-
zigd. Zie hiervoor hoofdstuk 5 Instellingen.
1.
Sluit de meegeleverde wateraansluitslang aan op de wartel aan de achterzijde van
het apparaat en op een handbediende beluchtingskraan. Let op! alleen koud water.
Draai de waterkraan open en controleer of de wartelaansluitingen niet lekken.
2.
Schuif een leeg inschuiffilter (3) in het apparaat en plaats er een lege kan
(met deksel) onder.
3.
Controleer of alle aan/uit schakelaars (1 + 2, indien aanwezig) in de O stand staan.
4.
Steek de stekker in het stopcontact.
5.
Schakel het koffiezetgedeelte in door de aan/uit schakelaar (1) in de I stand te zet
ten, de indicatielampjes (5.2) en (5.3) lichten op en er klinkt een piepsignaal.
Vervolgens geeft het display (5.1) het standaard ingestelde aantal kopjes aan.
6.
Druk op de start/stop toets, het interne reservoir wordt gevuld. Druk nogmaals
op de start/stop toets indien er na drie minuten nog geen water doorloopt.
7.
Het groene indikatielampje (5.3) zal nu gaan branden totdat het apparaat
is doorgelopen.
8.
Als het apparaat is doorgelopen klinkt er na ca. 1,5 minuut drie keer een piepsignaal
en gaat het groene indicatielampje (5.3) uit.
9.
Voer bovenstaande punten nogmaals uit bij het andere koffiezetgedeelte indien het
model is uitgevoerd met een dubbel zetsysteem (M(T)202W).
10. Na het legen van de kan is het koffiezetgedeelte klaar voor gebruik.
01/2009 Rev. 2.0
11