Geluidsignalen;
3x signaal aan het einde zetproces.
1x signaal als de kan tijdens het zetproces wordt weggenomen.
Bij het inschakelen van het apparaat volgt een lang signaal.
Selectietoets (5.4); De selectietoets wordt gebruikt voor het verlagen van de
ingestelde zethoeveelheid op het display. Bij het bereiken van de laagste
waarde springt display weer terug naar de maximale zethoeveelheid.
Start/stop toets (5.5); De start/stop toets wordt gebruikt voor het starten en
(nood)stoppen van een zetproces.
Het indicatiepaneel van de waterkoker bevat de volgende functies;
BOILER
BOILER
Bijvul indicatielampje (12.1); Het gele indicatielampje gaat branden als de
waterkoker automatisch bijvult. Het indicatielampje dooft weer als de waterko-
BOILER
ker weer met voldoende water is gevuld.
Temperatuur oké indicatielampje (12.2); Het groene indicatielampje brandt
als de waterkoker de juiste temperatuur bereikt heeft. Het controlelampje dooft
als de watertemperatuur te laag is.
Temperatuurinstelling waterkoker (12.3); Met behulp van dit instelpunt kan
de temperatuur van de waterkoker verhoogd of verlaagd worden. Gebruik
hiervoor een kleine schroevendraaier. Zie hoofdstuk 5.4 Watertemperatuur
waterkoker instellen.
BOILER
BOILER
8
01/2009 Rev. 2.0