Elektroaansluiting
Parallelschakeling van meerdere
TLHD-draaistroom-apparaten
Voorbeeld:
Aansluiting van 3 TLHD-apparaten
Voorbeeld:
Aansluiting van 7 TLHD-apparaten
10
Elektroaansluiting
De elektrische aansluiting moet conform de lokale voorschriften gedaan worden.
Draaistroommotoren kunnen zowel in het hoogste alsook in het laagste (∆/Y) toerental
worden bedreven. Het is echter raadzaam vanwege de betere regelmogelijkheden
met de 5-stappenschakelaar de motor in Y aansluiting in werk te stellen.
Draaistroommotoren en wisselstroommotoren zijn in het algemeen met thermokon-
takten uitgevoerd.
Voor de elektrische aansluiting moet de grondplaat verwijderd worden. Dit kan zonder
gereedschap gedaan worden.
De aansluitkabels moeten van bovenaf naar de klemmenkast van de motor worden
gevoerd.
Bij draaistroommotoren moet de draairichting gecontroleerd worden. Er moet lucht
uit de lamellen aan de zijkant treden.
Na beëindiging van de elektrische aansluitingswerken moet een veiligheidstechni-
sche controle van de installatie volgens VDE 0701 deel 1 en VDE 0700 deel 500
doorgevoerd worden.
Aan een tussenklemmenkast kunnen een besturingsapparaat en 3 TLHD-apparaten
aangesloten worden of een besturingsapparaat, 2 TLHD-apparaten en nog een tus-
senklemmenkast.
Er kunnen TLHD-apparaten van verschillende grootte en vermogen en tot het maximale
vermogen resp. tot de maximaal toelaatbare stroom van het schakel- of besturingsap-
paraat parallel aangesloten worden.
Bedrading conform de bijliggende schakelschema's van de schakel- en besturings-
apparaten.
tussenklemmenkast
schakel- resp. besturingsapparaat
tussenklemmenkast
schakel- resp. besturingsapparaat
tussenklemmenkast
tussenklemmenkast
3050700_0411