HULP NODIG?
HULP NODIG?
7
Problemen oplossen
In dit hoofdstuk worden alle foutcodes die in het display
kunnen verschijnen, aangegeven met de geschikte op-
lossingen die MOGEN worden uitgevoerd door de GE-
BRUIKER om de werking van het apparaat te herstellen
(corrigerende handeling: zie volgende paragraaf). Ande-
re foutcodes MOETEN worden opgelost door een erkend
installateur.
Als zich problemen voordoen bij het gebruik van uw gas-
wandketel, kunt u de volgende punten zelf controleren:
Geen warm water, cv blijft koud; toestel wordt niet
ingeschakeld:
– Zijn de gaskraan in de toevoerleiding van het pand en
de gaskraan van het toestel geopend?
– Is de elektriciteitsvoorzieining in het pand ingescha-
keld?
– Is de aan/uit-schakelaar van de gaswandketel inge-
schakeld (zie paragraaf 6.3)?
– Is de waterdruk van de cv-installatie voldoende (zie
paragraaf 6.2.2)?
– Zit er lucht in de cv-installatie?
– Is er sprake van een storing bij de ontsteking (zie pa-
ragraaf 7.2)?
Geen storing bij de warmwaterfunctie; cv wordt niet
ingeschakeld:
- Wordt er überhaupt warmte opgevraagd door de ex-
terne thermostaat (zie paragraaf 6.5)?
a
Attentie!
Gevaar voor beschadiging door ondeskundige
veranderingen!
Als uw gaswandketel na de controle van boven-
genoemde punten niet foutloos functioneert,
moet u een erkend installateur voor de controle
om advies vragen.
7.1
Storingen wegens watergebrek
Het toestel schakelt om naar storing, als de waterdruk
in de cv-installatie te laag is. Deze storing wordt door de
storingscodes „F.22" (droogkoken) resp. „F.23", of
„F.24" (watergebrek) weergegeven. Het toestel kan pas
weer in bedrijf worden gesteld, als de cv-installatie met
voldoende water is gevuld.
Bij veelvuldig voorkomende drukverminderingen dient
de oorzaak voor het cv-waterverlies opgespoord en ver-
holpen te worden. Neem hiervoor contact op met een
erkend installateur.
- 10 -
7.2
Storingen bij het ontsteken
1
2
Afb. 7.1 Reset
Als na vijf ontstekingspogingen geen ontsteking van de
brander volgt, wordt het toestel niet ingeschakeld en
schakelt het over op storing. Dit wordt aangegeven door
weergave van de storingscodes „F.28" of „F.29" op het
display. Het rode indicatielampje (1) brandt.
Een nieuwe automatische ontsteking vindt pas na een
handmatige reset plaats.
• Druk voor reset op de resetknop (2) en houd deze ge-
durende ca. één seconde ingedrukt.
a
Attentie!
Gevaar voor beschadiging door ondeskundige
veranderingen!
Als uw gaswandketel na de derde resetpoging
nog steeds niet in bedrijf gesteld wordt, moet u
een erkend installateur voor de controle om ad-
vies vragen.
7.3
Storingen in het verbrandingsluchttoevoer-/
verbrandingsgasafvoertraject
De toestellen zijn uitgerust met een ventilator. Als de
ventilator niet goed werkt, wordt het toestel uitgescha-
keld.
Op de display verschijnt dan de foutmelding „F.32".
a
Attentie!
Gevaar voor beschadiging door ondeskundige
veranderingen!
Bij deze foutmelding moet u een erkend instal-
lateur voor de controle om advies vragen.
7.4
Toestel/cv-installatie vullen
Voor een goede werking van de cv-installatie moet de
waterdruk bij een koude installatie tussen de 1,0 en 2,0
bar liggen (zie paragraaf 6.2.2). Indien deze kleiner is,
vult u dan water bij.
Als de cv-installatie zich over meerdere etages uitstrekt,
kan een hogere waterdruk van de installatie nodig zijn.
Vraag hiervoor uw installateur.
0020076207_01 – 06/09 – AWB