1 Isoleer en bevestig als volgt de koelmiddelleiding en de
doorverbindingskabel:
c
a
d
b
e
f
a
Gasleiding
b
Isolatie gasleiding
c
Doorverbindingskabel
d
Vloeistofleiding
e
Isolatie vloeistofleiding
f
Afwerkkleefband
2 Plaats het servicedeksel terug.
6.8.2
De buitenunit sluiten
OPMERKING
Wanneer u het deksel van de buitenunit sluit, let op dat u
het aanhaalkoppel van 1,3 N•m NIET overtreft.
6.9
Over de compressor
GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR
▪ Gebruik een pijpensnijder om de compressor te
verwijderen.
▪ Gebruik GEEN hardsoldeerbrander.
▪ Gebruik uitsluitend goedgekeurde koelmiddelen en
smeermiddelen.
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
Raak de compressor NIET aan met blote handen.
7
Configuratie
7.1
Energiebesparende stand-
byfunctie
7.1.1
Over de energiebesparende stand-
byfunctie
Deze stand schakelt de voeding van de buitenunit uit en plaatst de
binnenunit in de stand-bystand om het stroomverbruik van de unit te
verlagen.
Deze stand is alleen beschikbaar voor buitenunits: RZAG35A,
RZAG50A, RZAG60A en binnenunits: FTXM.
INFORMATIE
De energiebesparende stand-byfunctie kan ALLEEN
worden gebruikt voor de hiervoor vermelde units.
RZAG35~60A2V1B
R32 Split-reeks
4P540076-1A – 2018.11
7.1.2
Voorwaarde: De hoofdvoeding MOET uitgeschakeld zijn.
3×
1
2
2
2
1
8
8.1
Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet doen en kennen om het systeem
in bedrijf te stellen nadat het werd geconfigureerd.
Typische werkstroom
Het in bedrijf stellen houdt typisch volgende stappen in:
1
2
8.2
WAARSCHUWING
Controleer of de voeding is uitgeschakeld alvorens u de
connector aansluit of losmaakt.
INFORMATIE
Een selectieve connector voor de energiebesparende
stand-byfunctie is vereist als andere binnenunits dan
hiervoor beschreven zijn aangesloten.
Energiebesparende stand-byfunctie
inschakelen
1 Verwijder het servicedeksel.
2 Maak de selectieve connector voor de energiebesparende
stand-byfunctie los.
3 Schakel de hoofdvoeding in.
Inbedrijfstelling
Overzicht: Inbedrijfstelling
De "Controlelijst voor de inbedrijfstelling" controleren.
Het systeem testen.
Voorzorgsmaatregelen bij de
inbedrijfstelling
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
VOORZICHTIG
Laat het systeem NIET proefdraaien terwijl aan de
binnenunits wordt gewerkt.
Bij het proefdraaien zullen NIET alleen de buitenunit, maar
ook de aangesloten binnenunit werken. Tijdens het
proefdraaien aan een binnenunit werken is gevaarlijk.
VOORZICHTIG
Steek GEEN vingers, stokken of andere voorwerpen in de
luchtinlaat of -uitlaat. Verwijder de ventilatorafscherming
NIET. Wanneer de ventilator met hoge snelheid draait, zou
dit letsels veroorzaken.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
7 Configuratie
21