6.5.4
Vacuümdrogen
GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR
Start de unit niet als ze gevacumeerd is.
a
c
b
d
e
h
k
f
f
g
i
j
h
a
Lagedrukmanometer
b
Meterverdeelstuk
c
Hogedrukmanometer
d
Lagedrukklep (Lo)
e
Hogedrukklep (Hi)
f
Vulslangen
g
Vacuümpomp
h
Kleppendeksels
i
Servicepoort
j
Gasafsluiter
k
Vloeistofafsluiter
1 Vacumeer het systeem tot de druk op het verdeelstuk −0,1 MPa
(−1 bar) aangeeft.
2 Wacht 4-5 minuten en controleer de druk:
Indien de druk...
Niet verandert
Stijgt
3 Vacumeer het systeem minstens 2 uur tot een meterdruk van
−0,1 kPa (–1 bar).
4 Controleer na het uitschakelen van de pomp de druk gedurende
minstens 1 uur.
5 Indien u het beoogd vacuüm NIET kunt bereiken of het vacuüm
NIET gedurende 1 uur kunt bewaren, doe dan het volgende:
▪ Controleer opnieuw op lekken.
▪ Vacuümdroog opnieuw.
OPMERKING
Vergeet niet om na de installatie van de koelmiddelleiding
en het vacuümdrogen de afsluiters te openen. Wanneer u
het systeem probeert te gebruiken met gesloten afsluiters
kan de compressor schade oplopen.
INFORMATIE
Na het openen van de afsluiter is het mogelijk dat de druk
in de koelmiddelleidingen NIET toeneemt. De reden
hiervan kan bijv. zijn dat de expansieklep in het circuit van
de buitenunit gesloten is, maar dit vormt GEEN enkel
probleem voor de goede werking van de unit.
RZAG35~60A2V1B
R32 Split-reeks
4P540076-1A – 2018.11
Dan...
Er zit geen vocht in het
systeem. Deze procedure is
voltooid.
Er zit vocht in het systeem. Ga
verder met de volgende stap.
6.6
Koelmiddel bijvullen
6.6.1
Over het toevoegen van koelmiddel
De buitenunit is in de fabriek gevuld met koelmiddel, maar in
sommige gevallen kan het volgende vereist zijn:
Wat
Extra koelmiddel bijvullen
Volledig opnieuw vullen met
koelmiddel
Extra koelmiddel bijvullen
De externe koelmiddelleiding van de buitenunit moet worden
gecontroleerd (lektest, vacuümdrogen) alvorens extra koelmiddel bij
te vullen.
INFORMATIE
Afhankelijk van de units en/of de omstandigheden van de
installatie, moet de elektrische bedrading aangesloten zijn
alvorens u koelmiddel kunt bijvullen.
Typische workflow – extra koelmiddel bijvullen bestaat doorgaans uit
de volgende stappen:
1 Bepalen of en hoeveel extra koelmiddel moet worden bijgevuld.
2 Indien nodig, extra koelmiddel bijvullen.
3 Het label voor gefluoreerde broeikasgassen invullen en
bevestigen op de binnenkant van de buitenunit.
Volledig opnieuw vullen met koelmiddel
Controleer of de volgende voorwaarden zijn vervuld alvorens
volledig opnieuw te vullen met koelmiddel:
1 Alle koelmiddel is uit het systeem verwijderd.
2 De externe koelmiddelleiding van de buitenunit is gecontroleerd
(lektest, vacuümdrogen).
3 Vacuümdrogen is uitgevoerd op de interne koelmiddelleiding
van de buitenunit.
OPMERKING
Vacuümdroog tevens de koelmiddelleidingen in de
buitenunit vooraleer deze opnieuw te vullen.
Typische workflow – volledig opnieuw vullen met koelmiddel bestaat
doorgaans uit de volgende stappen:
1 Bij te vullen hoeveelheid koelmiddel bepalen.
2 Koelmiddel bijvullen.
3 Het label voor gefluoreerde broeikasgassen invullen en
bevestigen op de binnenkant van de buitenunit.
6.6.2
Over het koelmiddel
Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen. Laat de gassen
NIET vrij in de atmosfeer.
Koelmiddeltype: R32
Waarde globaal opwarmingspotentieel (GWP): 675
WAARSCHUWING: ONTVLAMBAAR MATERIAAL
Het koelmiddel in deze unit is weinig ontvlambaar.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
6 Installatie
Wanneer
Wanneer de totale lengte van de
leiding de voorgeschreven lengte
overschrijdt (zie later).
Voorbeeld:
▪ Wanneer het systeem wordt
verplaatst.
▪ Na een lek.
17