waarde wijzigen door de optie Enter Settings (instellingen invoeren) te
selecteren en op de toets te drukken.
De meettoeters vertegenwoordigen de meettoeters. Bijvoorbeeld:
het getal 100 verwijst naar een meettoeter met modelnummer AM
100. Met deze functie kunnen alleen hoorns met de volgende
modelnummers worden gebruikt: AM 100, AM 300, AM 600 en AM
1200. Wanneer een meettoeter modelnummer wordt gekozen,
schakelt het instrument terug naar de meetmodus en wordt de
flowsnelheid volgens een voorgeprogrammeerde curve uit de
omloopsnelheid berekend.
REËLE/STANDAARD INSTELLINGEN
In het menu Act/Std Setup kunt u de reële of standaard metingen en
parameters kiezen. In dit menu kan de gebruiker ook de standaard
temperatuur, standaard druk en een bron voor de reële temperatuur
kiezen. De Model TA440/TA440-A meet de reële barometerdruk.
GEGEVENS LOGGEN
Metingen
De metingen die moeten worden gelogd staan los van de
metingen op de display. De te loggen metingen moeten worden
geselecteerd via DATA LOGGING Measurements.
Logmodus/loginstellingen
U kunt de logmodus instellen op Manual (handmatig) of Auto-
save (automatisch opslaan), Cont. toets.
In de modus Manual worden de gegevens niet automatisch
opgeslagen, maar krijgt de gebruiker aanwijzingen op het
scherm om een sample op te slaan.
In de modus Auto-save kiest de gebruiker handmatig
samples, die automatisch worden gelogd.
In Cont. toets modus, kan de gebruiker door op de toets te
drukken, gegevens lezen en opslaan. Het instrument blijft
gegevens meten en vastleggen tot nog eens op de toets
gedrukt wordt.
Auto-opslag en Cont. toets modus hebben de onderstaande
extra log-instellingen:
Mode
Auto-opslag
Cont. toets
Bediening
O p m e r k i n g
Log Settings
Sample time
Log Interval
7