Hoofdstuk 3
Bediening
Functies van het toetsenpaneel
AAN/UIT-toets
Pijltoetsen (
(enter)-toets
Pijltoetsen ( en
) en menu-
softkeys
Veel voorkomende termen
In deze handleiding komen enkele termen voor die in verschillende
contexten kunnen worden gebruikt. Hieronder volgt een korte uitleg
van de betekenis van die termen.
Meting
Test ID
U zet de Model TA440/TA440-A aan en uit
door op deze toets te drukken. Tijdens het
opstarten toont de display achtereenvolgens
de volgende gegevens: modelnummer,
serienummer, softwareversie en laatste
kalibratiedatum.
)
Met deze toetsen kunt u tijdens het instellen
van een parameter door de menukeuzes
scrollen.
Indrukken om een ingevoerde waarde of optie
te accepteren.
Met de pijltoetsen kunt u tijdens het instellen
van een parameter de menukeuzes wijzigen.
Druk op de softkey Menu om de menu-opties
te openen, te weten Display Setup (display-
indeling), Settings (instellingen), Flow Setup
(flowwaarde instellen), Actual/Std Set up
(reële/standaard instellingen), Data Logging
(gegevens loggen) en Calibration (kalibratie).
Een meting (monster) bestaat uit alle
metingswaarden die tegelijkertijd zijn
opgeslagen.
Een groep samples. Voor elke test ID worden
statistische waarde-eenheden (gemiddelde,
minimum, maximum en telling) berekend. Het
maximumaantal test ID's bedraagt 100.
5