2-INSTALLATIE
Zorg in ieder geval voor voldoende afstand om de toegankelijkheid bij reiniging en buitengewoon onderhoud te vergemakkelijken. Indien
dit niet mogelijk is, moet het product in ieder geval op een afstand van aangrenzende muren/obstakels worden geplaatst.
Deze handeling moet worden uitgevoerd door een technicus die gekwalificeerd is om de afvoerkanalen van verbrandingsproducten los
te koppelen en te herstellen.
Voor de aggregaten die op het hydraulische systeem zijn aangesloten, moet tussen het systeem zelf en het product een verbinding
worden gemaakt die het mogelijk maakt om bij buitengewoon onderhoud, uitgevoerd door een gekwalificeerde technicus, het aggregaat
ten minste 50 cm van de aangrenzende wanden te verplaatsen zonder dat het systeem wordt geleegd (bijv. met behulp van een dubbele
afsluitklep of een geschikte flexibele verbinding).
Luchtinlaat
Voor de correcte werking van het product is het verplicht om een geschikte externe luchtinlaat te voorzien zodat de nodige
verbrandingslucht kan worden aangevoerd. De luchttoevoer tussen de buitenlucht en de opstellingsruimte kan plaatsvinden met een
vrije luchtinlaat of door de lucht rechtstreeks naar buiten te leiden
De vrije luchtinlaat moet bovendien als volgt zijn:
•
worden maakt op een hoogte dicht bij de vloer
•
altijd beschermd zijn door een traliewerk aan de buitenzijde en zodanig dat het niet kan worden belemmerd door een voorwerp
•
een totale vrije oppervlakte hebben van ten minste 80 cm2 (exclusief het rooster)
De aanwezigheid in dezelfde ruimte van andere aanzuigapparaten (bijvoorbeeld: vmc, elektrische ventilator voor het afzuigen van muffe
lucht, afzuigkap in de keuken, andere fornuizen, enz.), kan onderdruk in de ruimte veroorzaken. In dit geval moet, met uitzondering van
hermetische installaties, worden nagegaan of, met alle apparatuur ingeschakeld, de installatiekamer niet meer dan 4 Pa onder druk staat
ten opzichte van de buitenkant. Vergroot zo nodig het inlaatgedeelte van de luchtinlaat.
Het is mogelijk de voor de verbranding benodigde lucht naar buiten af te voeren door de externe luchtinlaat rechtstreeks aan te sluiten op
de verbrandingsluchtinlaat die zich gewoonlijk aan de achterzijde van het toestel bevindt.
De leidingen moeten voldoen aan de volgende afmetingen (elke 90° bocht komt overeen met één strekkende meter):
In geval van doorvoer van verbrandingslucht op niet-hermetische producten, moet men zich ervan vergewissen dat de onderdruk in de opstellingsruimte niet meer dan 4 Pa
3
lager ligt dan de buitenlucht, anders moet men een extra luchtinlaat in de ruimte voorzien.
14
.
3
AFBEELDING 7