AL-MX300 Series
Gebruikershandleiding
Text (AantRegel)
Hier geeft u de lengte van de pagina op in regels. Bij deze optie wordt aangenomen dat een regel 1 pica
(1/6 inch) is. Als u de instelling Orientation (Oriëntatie), Page Size (Paginaformaat), of
T.Margin (Bovenmarge) wijzigt, wordt de instelling voor paginalengte automatisch teruggezet
naar de standaardwaarde voor elk papierformaat.
Auto CR (Autom. CR)
Hier wordt aangegeven of de printer een bewerking voor een regelterugloop/regelinvoer (CR-LF)
uitvoert wanneer de afdrukpositie de rechtermarge overschrijdt. Als deze instelling is uitgeschakeld,
drukt de printer tekens die de rechtermarge overschrijden niet af en wordt er geen regelterugloop
uitgevoerd tot een teken voor een regelterugloop wordt ontvangen. Deze functie wordt in de meeste
toepassingen automatisch verwerkt.
Auto LF (Autom. LF)
Als u Off (Uit) selecteert, verzendt de printer geen opdracht voor een automatische regelinvoer
(LF) voor elke regelterugloop (CR). Is On (Aan) geselecteerd, dan wordt een opdracht voor een
regelinvoer verzonden voor elke regelterugloop. Selecteer On (Aan) als de tekstregels elkaar
overlappen.
Alt. Graphics (Alt grafisch)
Hiermee schakelt u deze optie in of uit.
Bit Image
De printer kan de grafische dichtheden emuleren die zijn ingesteld met de printeropdrachten. Als u
Dark (Donker) selecteert, is de dichtheid van de bitafbeelding hoog. Als u Light (Licht)
selecteert, dan is de dichtheid van de bitafbeelding laag.
Als u BarCode selecteert, zet de printer bitafbeeldingen om in streepjescodes door automatisch
verticale ruimten tussen punten in te vullen. Zo krijgt u ononderbroken verticale regels die kunnen
worden gelezen door een streepjescodelezer. In deze modus wordt de af te drukken afbeelding
verkleind. Er kan dan enige vervorming optreden wanneer u bitafbeeldingen afdrukt.
ZeroChar (Vorm 0 (nul))
Hier geeft u aan of de printer een nul met of zonder deelteken moet afdrukken.
CharacterSet (Karakterset)
Via het bedieningspaneel
164