4. Druk op de Met hoorn op haak kiezen-toets en voer vervolgens het faxnummer van de
ontvanger direct in met het numerieke toetsenbord op het bedieningspaneel.
Opmerking:
❏ Om vergissingen te voorkomen, kunt u instellen dat het nummer nog eens ingevoerd moet
worden. Druk op de Instellingen-toets en stel vervolgens Direct Dialing Limits (Limiet
direct kiezen) in op Enter Twice (Tweemaal inv.) bij Transmission Settings
(Verzendinstellingen) in het menu Fax Settings (Faxinstellingen).
❏ Bij gebruik van een externe telefoon, voert u het nummer in met de telefoon.
5. Zorg ervoor dat de telefoonlijn is aangesloten en druk dan op de Start-toets.
6. Selecteer Manual Transmission (Handm. verzenden) en klik vervolgens op de Start-toets
om het verzenden te starten.
Opmerking:
Wanneer u een externe telefoon gebruikt, hangt u de handset op als Hang Up Receiver (Hang
op) wordt weergegeven.
Faxen verzenden met behulp van snelkeuze
Wanneer het faxnummer van een ontvanger in de printer is geregistreerd, kunt u een fax verzenden
door de gewenste ontvanger te kiezen uit de snelkeuzelijst op het LCD-scherm. U kunt maximaal 500
faxnummers van ontvangers registreren in de printer.
Opmerking:
Voordat u de snelkeuzefunctie kunt gebruiken, moet u eerst faxgegevens van ontvangers registreren. Zie
"Ontvangers registreren" op pagina 130 voor details.
1. Druk op de Fax-toets.
2. Plaats het origineel ofwel op de glasplaat of in de automatische documenttoevoer. Zie
"Instellingen voor originelen" op pagina 53 voor details over het instellen van het origineel.
3. Druk op de Adres-boek-toets op het bedieningspaneel.
De geregistreerde ontvangerslijst verschijnt op het LCD-scherm.
4. Druk op de F4-toets om de sorteervolgorde te wijzigen en selecteer de gewenste ontvanger met
behulp van de u-, d-, l- en r-toetsen.
AL-MX300 Series
Gebruikershandleiding
Faxen (alleen DNF-model)
120