3. Aangepaste papierinstellingen voor beheerders
Back-up en herstel van aangepaste
papierprofielen
Back-up maken van aangepaste papierprofielen geregistreerd onder
[Aangepast papier beheren]
De apparaatbeheerder kan alle typen geregistreerd aangepast papier in de papierbibliotheek in één
keer op een SD-kaart opslaan.
Back-up maken van de gegevens
1.
Druk op [Instellingen papierlade] linksboven op het scherm.
2.
Druk op [Aangepast papier beheren].
3.
Plaats een SD-kaart in de mediasleuf.
Voor meer informatie over het gebruik van een SD-kaart, zie Voorbereiding.
4.
Druk op [Exporteren].
5.
Druk op [OK].
6.
Druk op [Afsluiten].
7.
Druk op [
8.
Druk op het pictrogram [Home] (
Herstellen van de gegevens
1.
Druk op [Instellingen papierlade] linksboven op het scherm.
2.
Druk op [Aangepast papier beheren].
3.
Steek de SD-kaart met de back-up van de aangepaste papierprofielen in de SD-kaart
ingang aan de zijkant van het bedieningspaneel.
4.
Druk op [Importeren] en selecteer [Vanaf SD-kaart] in het vervolgkeuzemenu.
5.
Selecteer de naam van het papier dat u wilt registreren.
Selecteer een item door het selectievakje aan te vinken.
Als het papier dat u wilt selecteren niet wordt weergegeven, gebruikt u [Naar rij springen] of scrolt
u door het scherm totdat het gewenste item wordt weergegeven.
U kunt twee of meer papiertypen selecteren.
6.
Druk op [Importeren].
7.
Druk op [OK].
8.
Druk op [Afsluiten].
124
].
) onderaan in het midden van het scherm.