1.
Maak uw oorlellen grondig schoon en laat deze drogen alvorens de
elektrodes aan te brengen. Gebruik milde zeep en water. Het schoonmaken is
essentieel op plaatsen waar zich huidvet of vuil verzameld kan hebben, of
waar cosmetica of haarlak gebruikt is. Let op de huidconditie voor en na de
behandeling. Bij een lichte huid kan er huidirritatie ontstaan. Wanneer er
brandwondjes ontstaan tijdens de behandeling, stop dan het gebruik en
verzorg de plekjes met een geschikte crème. De kans op irritatie wordt kleiner
wanneer de elektrodes op wisselende plaatsen worden geplakt.
2.
Steek het stekkertje aan het uiteinde van de oorklemelektrode in het apparaat
in Channel 1 (kanaal 1) of Channel 2 (kanaal 2).
3.
Maak eerst de uiteinden van de oorklemmen schoon en droog. Verwijder
vervolgens vier zelfklevende viltelektrodes van hun beschermende deklaag en
bevestig ze aan de binnenkant van elke oorklemelektrode (zoals deze
oorspronkelijk verpakt waren). Let op dat het doosje met oorklemelektrodes
opent met de sticker naar de onderkant gericht.
4.
Bevochtig elk van de vier viltelektrodes terwijl deze op de oorklemmen
bevestigd zijn met ongeveer 2 druppels ACS-vloeistof (Alpha Conducting
Solution™). Gooi de ring die rond het ACS-flesje zit na het openen weg om
het flesje goed te kunnen sluiten en lekken te voorkomen.
5.
Druk op Aan/Uit.
6.
Zet indien gewenst het geluid af door het volgende achter elkaar in te
drukken.: Lock-Timer-Lock. Om het geluid weer aan te zetten drukt u op
dezelfde combinatie.
7.
Stel de frequentie in op 0,5 Hz.
8.
Stel de Timer/Klok in. Twintig minuten is normaal gesproken voldoende
wanneer de stand is ingesteld op tenminste 250 µA, dus tussen de 2 en 3.
Veertig minuten tot 1 uur is aanbevolen wanneer de stand is ingesteld onder
de 2, dus 200 µA.
9.
Knijp in de oorklemmen en bevestig er één aan iedere oorlel, zo dicht
mogelijk naast de wang.
Figuur
11.
25