1. Beugel van de remregelaar
2. Trillingsdemper
4.
Verwijder de controller voorzichtig uit de
machine.
5.
Verwijder indien nodig de flenskopschroef
waarmee de houder van de trillingsdemper,
de trillingsdemper en de controllerkabels zijn
bevestigd aan de beugel van de controller
(Figuur
6).
6.
Scheid de trillingsdemper en de controllerkabels
van de beugel
(Figuur
3. Houder van trillingsdemper
4. Flenskopschroef
6).
Figuur 6
5. Hoofdschakelaar
6. Controller
6
7. Flenskopschroef (4
gebruikt)
8. Interne acculader
g283466