Belfuncties
Bellen
1.
Voer het gewenste net- en abonneenummer in en druk
op D om te bellen.
Als u het verkeerde nummer invoert, druk dan op
[Wissen] om het nummer links van de cursor te
verwijderen.
Noodoproepen
1.
Voer met de toetsen 112 of 911 (internationaal
noodnummer) in en druk op D om te bellen.
Opmerking
• Niet op alle mobiele netwerken is het mogelijk
noodoproepen tot stand te brengen wanneer bepaalde
netwerkdiensten en/of telefoonfuncties in gebruik zijn.
Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer
informatie.
• Dit noodnummer kan gewoonlijk worden gebruikt om,
met of zonder SIM-kaart, in een land een alarmnummer
te bellen wanneer een GSM-netwerk binnen bereik is.
18
Belfuncties
Internationale gesprekken
Houd P ingedrukt totdat het teken "+"
1.
(internationaal voorloopnummer) verschijnt.
2.
Voer de landcode in, gevolgd door het netnummer
(zonder de voorloopnul) en het telefoonnummer en
druk op D om te bellen.
Snelkiezen
Uit het geheugen (telefoon of SIM) van het Telefoonboek
kunnen maximaal 9 telefoonnummers worden toegewezen
als snelkiesnummer. Met de cijfertoetsen (H t/m O en
Q) kunt u de nummers bellen.
Voor bijzonderheden over het instellen van Snelkiezen, zie
"Snelkiezen" op pagina 34.
1.
Om met de snelkiesfunctie een nummer te bellen, houdt
u een van de cijfertoetsen ingedrukt (H t/m O en
Q).
Het telefoonnummer dat opgeslagen is onder
Snelkiezen wordt gebeld.