Inhoudsopgave
Advertenties
Het Cochlear Osia-
implantaat identificeren
Het implantaatmodel staat op de Cochlear-patiëntenidentificatiekaart van de patiënt.
Als de patiënt zijn/haar patiëntenidentificatiekaart niet bij zich heeft, kunt u met behulp
van een röntgenfoto of de Cochlear Osia Fitting Software zonder chirurgische interventie
het implantaattype en -model identificeren.
Informatie over röntgenstraling
Cochlear Osia OSI200-implantaten zijn vervaardigd van metaal en worden onder de
huid achter het oor geïmplanteerd. Met behulp van een röntgenfoto kan het implantaat
worden geïdentificeerd aan de hand van de vorm van het implantaat en de vorm van de
actuator.
Gebruik de Afb.1 en de Afb.2 om u te helpen bij het identificeren van
Cochlear Osia OSI200-implantaten met gebruik van een röntgenfoto.
Afb.1: Locatie van het OSI200-
implantaat (bij benadering)
10
Huidzijde
Botzijde
Afb.2: OSI200-implantaat (P1170466)
Osia MRI-richtlijnen · © Cochlear Limited, 2022
Richtlijnen voor röntgenstraling
Laterale röntgenstralen bij 70 kV/ 3 mAs bieden voldoende contrast om het implantaat te
identificeren.
Een aangepaste Stenver's weergave wordt niet aanbevolen voor de identificatie van
implantaten, omdat implantaten schuin kunnen lijken.
Beeldvorming moet een onbelemmerd zicht op antennespoelen en implantaten bieden.
Bilaterale gebruikers kunnen aan beide zijden van het hoofd verschillende
implantaatmodellen hebben. Een laterale röntgenfoto van de craniale buis met een hoek
van 15 graden zal de implantaten in het beeld compenseren, waardoor identificerende
kenmerken kunnen worden onderscheiden.
Osia MRI-richtlijnen · © Cochlear Limited, 2022
11
Advertenties
Inhoudsopgave
