66
De functie voor beeldstabilisatie instellen
De functie voor beeldstabilisatie (IS, Image Stabilizer) met
lensverschuiving maakt het mogelijk camerabewegingen, waardoor
bewogen foto's ontstaan, tot een minimum te beperken wanneer
u opnamen maakt van onderwerpen in de verte die zijn uitvergroot
of wanneer u zonder flits opnamen maakt bij weinig licht.
U kunt het effect van de IS modus op foto's controleren op
het LCD-scherm, aangezien de IS modus met deze optie
Continu
continu is ingeschakeld. Hierdoor kunt u gemakkelijker de
beeldcompositie bepalen en scherpstellen op onderwerpen.
Als u de optie Opname kiest, wordt de IS modus alleen
geactiveerd als de ontspanknop wordt ingedrukt. Als de
camera op [Continu] is ingesteld, kan de opname enigszins
Opname
onscherp worden. Dit is afhankelijk van het onderwerp. In de
modus Opname kunt u een opname van een onderwerp
maken zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over
eventuele onnatuurlijke bewegingen op het LCD-scherm.
Met deze optie wordt alleen het effect van op- en neergaande
camerabewegingen opgeheven in het beeld. Deze optie
Pan
wordt aanbevolen voor het maken van opnamen van
voorwerpen die horizontaal bewegen.
1
Selecteer [IS modus].
1. Druk op de knop
2. Gebruik in het menu
of
om [IS modus] te selecteren.
2
Configureer de instellingen.
1. Gebruik de knop
instellingen voor de beeldstabilisatie
te selecteren.
2. Druk op de knop
Beschikbare opnamemodi
.
de knop
of
om de
.
p. 201