Fotograferen
Programmakeuzewiel
1.
Druk op de ON/OFF-knop.
• Het opstartgeluid klinkt en op het LCD-scherm wordt het
opstartbeeld weergegeven.
• Wanneer u de ON/OFF-knop nogmaals indrukt, wordt de camera
uitgeschakeld.
2.
Selecteer een opnamemodus.
1. Zet de modusschakelaar op
(opnamen maken).
2. Stel het programmakeuzewiel
in op
3.
Richt de camera op het onderwerp.
Camerabeweging voorkomen
Houd uw armen stevig tegen uw lichaam
en houd de camera stevig aan
weerszijden vast. Het gebruik van een
statief is bovendien zeer effectief.
4.
Druk de sluiterknop iets (halverwege) in om scherp te stellen.
• Wanneer het beeld scherp is, laat de camera tweemaal een pieptoon
horen en gaat het indicatielampje branden.
(
Modus)
.
15
Fotograferen
ON/OFF-knop
Ontspanknop
Modusschakelaar
Indicatielampjes
Knop