Circulatie van de convectielucht
Natuurlijke of gedwongen
convectie ?
In de meeste gevallen volstaat
natuurlijke convectie [schema 1].
Bij deze configuratie is natuurlijk
een eenvoudigere (geen elektrische
aansluiting,...) en goedkopere
installatie mogelijk, evenals een
geluidloos gebruik.
Een ventilatiegroep maakt het echter
mogelijk :
– het luchtdebiet te verhogen en de
lucht verder te stuwen : onmisbaar
bij een luchtcircuit met lange
buizen,
– de temperatuur van de te
verwarmen ruimte sneller te
homogeniseren,
– de luchttemperatuur te verminderen
ter hoogte van de uitgangen (en
dus de verbranding van stofdeeltjes
en stofneerslag op het pleisterwerk
rondom te vermijden).
Doorgang van de lucht
Warme lucht is omvangrijker dan
koude lucht. U moet erop toezien
dat de lucht gemakkelijk kan worden
afgevoerd zonder in de nis van de
haard een drukdaling te veroorzaken
(zwakkere trek).
Respecteer de verhouding 2/3 met
minimum 300 cm². Wanneer u dus 2
luchtinlaten onderaan de haard opent,
moet u er 2 of 3 aan de uitgang
openen
Stûv 21 - installatie [nl] - 01-2023
28
SN 132150- ...
Configuratie van de buizen
Wanneer u geen ventilator plaatst,
zijn de buizen niet verplicht. Weet
echter dat een in de nis aangebrachte
vezelisolatie vluchtige bestanddelen
kan vrijgeven. In dit geval wordt
met de kokers elk contact vermeden
tussen de convectielucht en deze
materialen.
Of u nu al dan niet een ventilator
plaatst, moeten de buizen licht
hellen (min. 2%) naar de uitlaat
om warmtevangers te vermijden
[schema 3].
Voor een evenwichtige luchtstroom
moet de configuratie van het
buizenysteem symmetrisch zijn (aantal
buizen, hun hoogte, aantal bochten,
isolatiegraad,...). Dit verschijnsel is
des te belangrijker met natuurlijke
convectie dan met gedwongen
convectie.
In de praktijk...
De kokers hebben een diameter van
15 cm en dus een doorsnede van
± 180 cm
.
2
De luchtinlaten en –uitlaten moeten
zo geplaatst worden dat ze niet
belemmerd worden.
Wanneer u roosters aan de
luchtinlaten en/of – uitlaten
aanbrengt, vergewis u ervan dat
de nuttige luchtdoorgang hiervan
(oppervlakte van de gaten) minstens
overeenstemt met de doorsnede
van de luchtinlaten/– uitlaten om
drukverlies tegen te gaan.
1
2
min
Max
100% - 133%
100%
min. 2%