7 Storingen zoeken
Symptoom
Apparaat is gestopt.
Verminderde prestaties:
de luchtontvochtiger
draait, maar regelt de
vochtigheid niet.
Tabel 7.1 Storingenlijst
17
Mogelijke oorzaak
Stroomstoring
Het apparaat is per abuis in de
automatische stand gezet zonder dat
een hygrostaat is aangesloten. Storing
hygrostaat (automatische stand).
De thermische beveiliging van de
ventilatormotor is geactiveerd.
De hoge-temperatuurzekering is
geactiveerd.
Regeneratietemperatuur is te laag.
De regeneratieluchtverwarming werkt niet.
De regeneratieluchtstroom is niet correct.
Storing rotoraandrijfmechanisme
Storingen zoeken
Correctieve handeling
Controleer de netvoeding van het apparaat.
Zet de standenschakelaar op handbediening en controleer
of de luchtontvochtiger start. Wanneer het apparaat start,
ligt de storing waarschijnlijk bij de hygrostaat. Controleer de
hygrostaat door te controleren of de luchtontvochtiger start
wanneer de instelwaarde van de hygrostaat wordt verlaagd.
Stel de hygrostaat weer in op de oude waarde na de controle.
Kalibreer zonodig de hygrostaat of vervang deze.
- Schakel het apparaat uit en ontkoppel de voeding
- Verwijder de koppelingen van de slangen of kanalen en de
filtercassette aan de proces- en/of regeneratiezijde
- Controleer of de rotorbladen, die nu vrij toegankelijk zijn, vrij
draaien.
Controleer of de filters en slangen of kanalen vrij zijn van
obstakels en reset de zekering. Voordat de zekering kan
worden gereset, moet het apparaat worden ontkoppeld van
de voeding en pas weer worden aangesloten nadat het is
afgekoeld. De belangrijkste oorzaken voor activering van de
hoge-temperatuurzekering zijn:
- Storing in de regeneratieluchtstroom.
- Geblokkeerd filter, slang of kanaal.
- Geblokkeerd rotorblad.
Controleer of de diafragmaplaat (A) is gemonteerd.
Controleer dat de regeneratieluchtverwarming werkt
door het stroomverbruik te meten, zie hoofdstuk
8.4, Technische gegevens
.
Controleer het filter en eventuele slangen of kanalen op
lekkages en verstoppingen. Ook het gebruik van een
smoorflens in combinatie met muurpijpen kan zorgen voor een
incorrecte regeneratieluchtstroom.
Controleer via de droge-luchtafvoer dat de rotor ca. 10
omwentelingen per uur maakt.
MG50 & MG90
190TNL-1004-N1402