MG50 & MG90
4.6 Installatievoorbeelden
4.6.1 Gesloten systeem
De lucht in de ruimte wordt gecirculeerd via de luchtontvochtiger.
1
Figuur 4.6 Gesloten systeem, luchtontvochtiger in de ruimte.
Figuur 4.7 Gesloten systeem, luchtontvochtiger bevindt zich
buiten de ruimte.
Figuur 4.8 Gesloten systeem, luchtontvochtiger in de ruimte.
190TNL-1004-N1402
1. Luchtontvochtiger in de ruimte:
De natte-luchtafvoer is aangesloten op een slang en wordt buiten de
ruimte afgevoerd (buitenshuis). De regeneratielucht wordt afgevoerd
via een slang of kanaal aangesloten op een koppeling.
OPMERKING!
droge-luchtafvoer kan de luchtcirculatie verbeteren en
voorkomen dat droge lucht en proceslucht vermengen.
2. Luchtontvochtiger buiten de ruimte:
De proceslucht wordt uit de ontvochtigde ruimte afgevoerd via een
slang of kanaal aangesloten op een koppeling. Droge lucht wordt in
de ruimte geblazen via een slang aangesloten op een koppeling.
3. Luchtontvochtiger in de ruimte:
De natte-luchtafvoer is aangesloten op een slang en de natte
lucht wordt buiten de ruimte afgevoerd (buitenshuis). De
regeneratielucht wordt uit de ontvochtigde ruimte gehaald. De
ontvochtigingscapaciteit wordt 2/3 van de in het diagram aangegeven
8.2, Capaciteitsdiagrammen
waarde, zie hoofdstuk
OPMERKING!
droge-luchtafvoer kan de luchtcirculatie verbeteren en
voorkomen dat droge lucht en proceslucht vermengen.
Installatie
Een korte slang (~0,3 m) op de
Een korte slang (~0,3 m) op de
.
10