BioClass HC
5 INGEBRUIKNAME
5.1 Waarschuwingen vooraf
Reparatie en onderhoud van de ketel moet worden uitgevoerd door een door DOMUSA TEKNIK
gekwalificeerde en goedgekeurde vakman. Voor een optimale werking en het onderhoud van de
ketel moet hieraan jaarlijks onderhoud worden gepleegd.
Lees deze handleiding aandachtig en bewaar deze op een veilige en gemakkelijk te vinden plek.
DOMUSA TEKNIK aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die wordt veroorzaakt door het
niet respecteren van deze instructies.
Voorafgaand aan alle werkzaamheden, de ketel afsluiten van het elektriciteitsnet.
5.2 Elektrische aansluiting
De ketels moeten onafhankelijk van elkaar op het electriciteitsnet worden aangesloten. Er moet in
het bijzonder gelet worden op het maximale verbruik van de twee ketels, 2875 W, in het geval ze
gevoed worden via hetzelfde contact, aangezien dit verbruik ondersteund moet kunnen worden.
De twee ketels zijn gemaakt voor aansluiting op 230 V~ 50 Hz. De basis van het contact moet
correct geaard zijn.
5.3 Vullen van de installatie
Het hydraulische systeem moet voorzien zijn van een vulkraan, ontluchters en hydraulische
componenten voor het op juiste wijze vullen van de installatie.
Open om de installatie te vullen de vulkraan tot de parameter
"Gebruikersmenu"
en de lucht moet uit het watercircuit worden verwijderd met de aanwezige ontluchters. Wanneer
de installatie vol is, sluit dan de vulkraan.
De BioClass HM-ketels bevatten een druksensor waarmee de druk van de installatie kan worden
gecontroleerd. Indien de installatie niet minimaal de in parameter P.19van het
geselecteerde druk (standaard 0,5 bar) heeft, wordt het alarm voor gebrek aan druk weergegeven
("E-19").
BELANGRIJK:
5.4 Eerste kalibratie van de brandstoftoevoer
De BioClass HC-ketel wordt door de fabriek geleverd met een brandstoftoevoer, die in de
reservetank moet worden gemonteerd, volgens de aanwijzingen in het hoofdstuk
reservetank"
. Door de verschillende montage-opties en de verschillende kwaliteiten brandstof op
de markt, is het essentieel om ten minste een eerste kalibratie van de toevoer uit te voeren voor
een optimale werking van de ketel.
Tijdens de inbedrijfstelling van de ketel, wanneer het vullen met water hiervan is voltooid, geeft het
scherm van de ketel aan dat het noodzakelijk is om de brandstoftoevoer te kalibreren door middel
van de weergave van het alarm "E-25". De ketel kan niet worden ingeschakeld tot het
kalibratieproces is uitgevoerd. Om het kalibratieproces op correcte wijze uit te voeren, moeten de
aanwijzingen worden gevolgd van het hoofdstuk
correct is uitgevoerd verdwijnt de kalibratiemelding (E-25) van het scherm en kan de ketel worden
ingeschakeld.
14
een druk tussen de 1 en 1,5 bar aangeeft. Het vullen moet langzaam gebeuren
De ketel inschakelen zonder water kan ernstige beschadiging veroorzaken.
"Kalibratie van de toevoer"
"Waterdruk"
van het
"Technisch menu"
"Montage van de
. Zodra de kalibratie