Hoge en lage tonen
aanpassen (Digitale
geluidsvoorkeuren)
U kunt de hoge en lage tonen aan uw
smaak aanpassen. U kunt twee
voorkeuren voor hoge en lage tonen
opslaan, die u later tijdens het afspelen
kunt selecteren.
>, .
De geluidskwaliteit selecteren
Fabrieksinstellingen
De fabrieksinstellingen van Digitale
geluidsvoorkeuren zijn als volgt:
• "SOUND1": lage tonen +1, hoge tonen
±0
• "SOUND2": lage tonen +3, hoge tonen
±0
1
Druk op MENU.
2
Druk enkele malen op > of .
totdat "S-SEL" op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens op
ENTER.
3
Druk enkele malen op > of .
totdat "SOUND1" of "SOUND2" op
het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
De digitale geluidsvoorkeuren
annuleren
Selecteer "OFF" in stap stap 3.
34
De geluidskwaliteit regelen
U kunt de instellingen voor geluidskwali-
teit wijzigen. Als u de instellingen voor
geluidskwaliteit wilt wijzigen, selecteert u
eerst "SOUND1" of "SOUND2" (de
instelling die u wilt wijzigen).
1
2
MENU/
ENTER
3
4
5
Het instellen annuleren
Druk op CANCEL.
Tijdens het afspelen en nadat
"SOUND1" of "SOUND2" is
geselecteerd, drukt u op MENU.
Druk enkele malen op > of .
totdat "S-SET" op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens op
ENTER.
Op het uitleesvenster wordt de
momenteel geselecteerde
geluidsinstelling "BASS"
weergegeven.
Druk enkele malen op > of .
om de geluidsinstelling aan te passen.
Geeft aan dat "SOUND1" of
"SOUND2" is geselecteerd
Het geluid kan worden geregeld in 8
stappen (–4, –3, ...±0, ...+2, +3).
Druk op ENTER.
"BASS" wordt ingesteld en de stand
"TRE" voor het instellen van hoge
tonen verschijnt op het uitleesvenster.
Druk enkele malen op > of .
om het geluidsniveau te wijzigen en
druk vervolgens op ENTER.
"TRE" (hoge tonen) wordt ingesteld.
De geluidsvoorkeuren worden
opgeslagen en het afspeelvenster
verschijnt weer.