54
De chronometer wijdt 1 verklikkerlampje, 4 numerieke cijfers en 1 gevaarsdriehoek
(onderstaande figuur) aan elke temperatuursensor met thermoelement K.
De chronometer wijdt 1 verklikkerlampje en een meter bestaande uit staafgrafieken
(onderstaande figuur) aan elke NTC-temperatuursensor.
Een lage temperatuur (Low) en een hoge temperatuur (High) kunnen voor elke sensor
geconfigureerd worden.
Op het moment dat de opgemeten temperatuur lager wordt dan de geprogrammeerde lage
temperatuur, licht het desbetreffende lampje op en de overeenkomstige meter (voor de
NTC-sensoren) passeert het niveau Low T° niet.
Als daarentegen de opgemeten temperatuur de geprogrammeerde hoge temperatuur
overschrijdt, licht het desbetreffende verklikkerlampje afwisselend op, de overeenkomstige
meter (voor de NTC-sensoren) passeert het niveau High T° en de driehoeken worden
weergegeven voor de thermokoppelsensoren K.
Het is vanzelfsprekend dat als men zich in het veld van de gewenste temperatuur bevindt,
de verklikkerlampjes niet oplichten en de overeenkomstige meters (voor de NTC-sensoren)
een positie tussen Low en High inneemt.
Druk kortstondig op de rechter knop van de chronometer om de temperaturen te
configureren. Druk vervolgens kortstondig op de linker knop van de chronometer om de
volgende temperaturen in te stellen.
Om een numeriek gegeven te wijzigen, zie
« Hoe wijzigt men een numerieke parameter » op bladzijde 40.
Copyright 2005 Alfano, S.A. Alle rechten voorbehouden.