Inhoudsopgave
Advertenties
Menu op serviceniveau
U opent het menu op serviceniveau door de toetsen 2 en 4 vijf seconden lang ingedrukt te houden tot op het display de tekst 'MDL' verschijnt.
Pictogram 'f' zal gaan knipperen om aan te geven dat de servicefunctie actief is. Gebruik de toetsen 2 en 4 om de benodigde parameter weer te
geven. Druk op toets 1 om de huidige waarde weer te geven. Als deze waarde moet worden aangepast, kunt u met de toetsen 2 en 4, gevolgd
door de toets 1 de nieuwe waarde opslaan. Als toets 1 niet wordt ingedrukt, wordt de nieuwe waarde niet opgeslagen. Verlaat het menu door op
toets 3 te drukken of 30 seconden te wachten.
Parameters op serviceniveau
BESCHRIJVING:
MDL
Temperatuurregelingsmodus.
Minimumgrens voor de
SPL
instelwaarde voor de modus
'Prestatie' .
Maximumgrens voor de
SPH
instelwaarde voor de modus
'Prestatie' .
Instelwaarde voor de modus
SP
'Prestatie' .
Verschil thermostaat UIT -> AAN
HY0
(in koelmodus - 'MDL' = 'HYS').
HY1
Verschil thermostaat AAN -> UIT.
Startvertraging run-modus
CMD
compressor.
CRT
Rusttijd van de compressor.
Aan-tijd uitgang compressor/
CT1
verwarmingselement (R1).
Uit-tijd uitgang compressor/
CT2
verwarmingselement (R1)
DFM
Startmodus van ontdooien.
DFT
Tijdsinterval tussen ontdooien.
Aanzuigingstemperatuur
DSP
ontdooiing.
DST
Aanzuigingstijd voor ontdooiing.
DMI
Minimuminterval ontdooiing.
Eindtemperatuur van het
DLI
ontdooien.
9
'HY' - Zonder frequentieregelaar/conventionele hysteresisregeling
'HEA' - Regeling warmhoudkast/schakelmodus conventionele hysteresis.
Temperatuurwaarde die in het product moet worden gehandhaafd.
In koelmodus - 'MDL' = 'HYS' .
In verwarmingsmodus - 'MDL' = 'HEA' .
De tijd tussen het inschakelen van de stroomvoorziening en het moment dat de
compressor start in de run-modus (bijv. na een stroomstoring).
Minimale tijd dat de compressor is uitgeschakeld na een cycluswerking (bijv.
uitschakeling, ontdooien met heet gas).
Gevolgd door 'CT2' als sonde Ta (T1) defect is.
Gevolgd door 'CT1' als sonde Ta (T1) defect is.
'NON' - Ontdooifunctie is uitgeschakeld - er wordt niet ontdooid.
'TIM' - Tijd. Ontdooien vindt plaats op tijdbasis, bepaald door 'DFT' , alleen
geaccumuleerd in run-modus.
'FRO' - IJsvorming. De ontdooitijd wordt alleen verhoogd als er sprake is van
omstandigheden die bijdragen aan ijsvorming op de verdamper.
'DoD' - Ontdooien op verzoek. Als 'T2' = 'Ja' is, is de temperatuur 'Te' lager dan 'DSP'
gedurende de periode die in 'DST' is gedefinieerd. In dat geval wordt van start gegaan
met ontdooien.
'TAD' - Tijd en verzoek ontdooien. Het ontdooien vindt plaats volgens 'DFT' . Als
de temperatuur 'Te' echter lager is dan 'DSP' gedurende de periode die in 'DST' is
gedefinieerd, zal van start worden gegaan met ontdooien.
Wanneer deze tijd is verstreken sinds de laatste ontdooiing (in run-modus), wordt een
nieuwe ontdooicyclus gestart.
De aanhoudende temperatuur (gebaseerd op de tijd 'DST') waaronder 'Te' moet
blijven om 'DoD' of TAD' ontdooiing in werking te zetten.
De tijd die de gemeten temperatuur onder 'DSP' moet liggen om 'DoD' of TAD'
ontdooiing in werking te zetten.
De minimale tijd tussen twee 'DoD' of 'TAD' ontdooiingsperioden.
www.fosterrefrigerator.com | Xtra Cabinet - Servicehandleiding
Advertenties
Inhoudsopgave
