RL2
Werking uitgang relais 2.
RL3
Werking uitgang relais 3.
'Als 'RLx' = 'ACP' is 'ACN' de
ACN
'AAN'-tijd van het automatische
cycluspatroon.
Als 'RL' = 'ACP' is 'ACF' de 'UIT'-
ACF
tijd van het automatische
cycluspatroon.
Het voorcondensatiesysteem
(RL1) voorziet relais 2 en 3 van
stroom voor het herstarten van
de druknivellering. Als 'PEt' =
'0' wordt RL1 direct van stroom
PET
voorzien (geen vertraging); als
'PEt' = '0' ... '900' wordt RL1 na de
ingestelde vertraging van stroom
voorzien. De stroomvoorziening
naar het relais dat is ingesteld op
'PEt' wordt stopgezet via RL1.
2CD
Startvertraging hulpcompressor.
SDT
Aftelfunctie service.
SB
Inschakeling stand-bytoets.
BOS
Toetsbedieningsgeluid
RHC
Routinematige statuscontrole.
OSA
Uitschakeling sonde TAir (T1).
Inschakeling sonde TEvaporator
TE
(T2).
Uitschakeling sonde TEvaporator
OS2
(T2).
13
'NON' - Relaisuitgang uitgeschakeld (altijd Uit/Open).
LGT' - Uitgang ingeschakeld voor lichtregeling.
'0-1' - Relaiscontacten volgen de aan/stand-bystatus van de controller.
'R1' - Relaisuitgang synchroon met relais 1 (compressor/verwarmingselement) van
stroom voorzien met inachtneming van de vertraging '2CD' .
'R1F' - Relaisuitgang synchroon met relais 1 (compressor) van stroom voorzien, met
uitzondering van ontdooiingsperioden.
'-R1' - Relaisuitgang van stroom voorzien in tegenfase met relais 1 (alleen run-modus).
'FAN' - Uitgang ingeschakeld voor schakelen verdamperventilator.
'-FAN' - Relaisuitgang van stroom voorzien in tegenfase met FAN (alleen run-modus).
'DEF' - Uitgang ingeschakeld voor schakelen ontdooiing.
'-DEF' - Relaisuitgang van stroom voorzien in tegenfase met DEF (alleen run-modus).
'PET' - Relaisuitgang van stroom voorzien gedurende de periode die is gedefinieerd
door de parameter 'PET' voordat relais 1 (condensorsysteem) van stroom wordt
voorzien.
'ALO' - Contacten openen als er een alarmsituatie optreedt.
'ALC' - Contacten sluiten als er een alarmsituatie optreedt.
'ACP' - Auto Cycle Pattern - Schakelt in de run-modus automatisch het relais in ( 'ACN')
en uit ('ACF') op basis van een regelmatig tijdsschema dat onafhankelijk is van de
koelcyclus.
Zelfde acties en selectie als 'RL2' .
Als 'RL1' of 'RL2' = 'R1' wordt de uitgang ingeschakeld met een vertraging van '2CD'
seconden nadat de hoofdcompressor ('RL1') van stroom is voorzien. Tegelijkertijd
wordt de stroomvoorziening naar de relais stopgezet.
Als 'Sdt' = '0' is de aftelfunctie uitgeschakeld. Als 'Sdt' = '1' - '999' wordt de afteltijd
teruggebracht tot de opgegeven waarde.
'YES' geeft steeds positieve feedback (d.w.z. een 'piep') wanneer op een displaytoets
wordt gedrukt. Bij 'NO' is het geluid gedempt tijdens de bediening van een
displaytoets.
De tijd tussen de automatische activatie van een voetafdruktest na ontdooiing. Deze
tijd wordt gebruikt als onderdeel van het onderhoudskader voor IoT-apparatuur.
De timer wordt gereset als de stroomvoorziening wordt uitgeschakeld ('0' - geen
statuscontrole ... te verstrijken tijd).
www.fosterrefrigerator.com | Xtra Cabinet - Servicehandleiding