en geheugenruimte. (De teller wordt tijdens de
opname niet weergegeven.)
5
De symbolen voor het apparaatgeheugen (
geheugenkaart (
opgeslagen.
Actieve werkbalk
De actieve werkbalk bevat snelkoppelingen naar
verschillende items en instellingen voordat en nadat u een
foto maakt of een video opneemt.
Als u de coverdisplay als zoeker gebruikt, drukt u op
om de actieve werkbalk weer te geven. U kunt ook naar
het gewenste item gaan met de volumetoetsen. Druk op
om het te selecteren.
Als u de hoofddisplay als zoeker gebruikt, bladert u naar
het gewenste item. Druk op
De beschikbare opties zijn afhankelijk van de
opnamemodus. U kunt ook instellen dat de actieve
werkbalk altijd wordt weergegeven in het scherm of wordt
geactiveerd door een toets in te drukken.
Selecteer
Opties
werkbalk wilt weergeven voordat en nadat u een foto
maakt of een video opneemt. Selecteer
Pictogram verbergen
wilt weergeven wanneer u deze nodig hebt. Alleen het
34
) geven aan waar foto's worden
om het te selecteren.
>
Pictogram weergaven
als u de actieve
Opties
als u de actieve werkbalk alleen
symbool voor de opnamemodus wordt weergegeven in het
scherm. Druk op
) en de
werkbalk is gedurende vijf seconden zichtbaar.
Maak in de actieve werkbalk een keuze uit de volgende
opties voordat u een foto maakt of een video opneemt:
- Hiermee schakelt u tussen de video- en
afbeeldingsmodus.
- Hiermee selecteert u de scène.
- Hiermee selecteert u de flashmodus (alleen
afbeeldingen).
- Hiermee activeert u de zelfontspanner (alleen
afbeeldingen). Zie 'Zelf op de foto - zelfontspanner' op pag.
38.
- Hiermee activeert u de reeksmodus (alleen
afbeeldingen). Zie 'Foto's nemen in een reeks' op pag. 38.
- Hiermee selecteert u een kleureffect.
- Hiermee past u de witbalans aan.
- Hiermee past u de belichtingscompensatie aan
(alleen afbeeldingen).
- Hiermee past u de lichtgevoeligheid aan (alleen
afbeeldingen).
>
De pictogrammen veranderen om de huidige status van de
instelling aan te geven.
als u de werkbalk wilt activeren. De