2
Veiligheid
2.8
Veiligheidsuitrusting
Pos.
Aanduiding
(1)
Overlastbeveiliging
(2)
Wielwiggen
(3)
Veiligheidsketting
(4)
Steunvoet
(5)
Tandbeschermingen
(6)
Beschermbeugel
(7)
Afsluitkranen
(8)
Trekveren
(9)
Parkeerrem
34
Toelichting
• De overlastbeveiliging (1) beschermt trekker
en machine tegen belastingspieken.
Om schade aan de machine te voorkomen, bij
langdurig aanspreken van de overlastkoppeling
(>1 s) de aftakas uitschakelen.
• De wielwiggen (2) beveiligen de machine
tegen wegrollen. Aan de machine zijn twee
wielwiggen (2) aangebracht.
• Om de machine tegen wegrollen te beveiligen
bovendien de parkeerrem gebruiken.
• De veiligheidsketting (3) is bestemd om
getrokken machines extra te beveiligen als
deze bij het transport van de trekhaak loslaten.
• Bij transportritten zijn de landspecifieke
voorschriften voor het gebruik van de
veiligheidsketting (3) bindend.
• De steunvoet (4) is bestemd voor de stabiliteit
van de machine wanneer deze niet aan de
trekker is gekoppeld.
• De tanden die zich in de transportstand
bevinden of die bij het neerzetten van de
machine onder 2 m hoogte bevinden, moeten
van tandbeschermingen (5) worden voorzien.
• De tandbeschermingen (5) bevinden zich in de
daarvoor bestemde houder.
• De beschermbeugel (6) is bedoeld als
bescherming tegen ongewenst contact met de
tanden en tandarmen.
• Bij het transport van de machine en bij
werkzaamheden onder de machine altijd de
afsluitkranen (7) afsluiten.
• De trekveren (8) dienen om de harken tegen
verdraaien te borgen bij transportritten.
• De trekveren (8) bevinden zich steeds in het
voorste gedeelte van de hark.
• De parkeerrem (9) dient ter beveiliging van de
machine tegen onbedoeld wegrollen.
• Om de machine tegen wegrollen te beveiligen
bovendien de wielwiggen gebruiken.
Originele handleiding 150001281_03_nl
Swadro TC 1250