Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Nokia 206 Gebruikershandleiding pagina 49

Inhoudsopgave

Advertenties

Bewaar de batterij altijd op een temperatuur
tussen 15°C en 25°C. Bij extreme
temperaturen nemen de capaciteit en
levensduur van de batterij af. Een apparaat
met een warme of koude batterij kan
gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn.
Onopzettelijke kortsluiting kan optreden
wanneer een metalen voorwerp in aanraking
komt met de metalen strips op de batterij. Dit
kan schade veroorzaken aan de batterij of
het andere voorwerp.
Gooi batterijen niet in het vuur. De batterijen
kunnen dan ontploffen. Houdt u aan de lokale
regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk
in voor recycling. Gooi batterijen niet weg
met het huishoudafval.
U mag batterijen nooit ontmantelen, erin
snijden, verbuigen, doorboren of anderszins
beschadigen. Als een batterij lekt, moet u de
vloeistof niet in aanraking laten komen met
de huid of ogen. Als dat toch gebeurt, moet
u onmiddellijk uw huid en ogen met water
afspoelen of medische hulp zoeken. Wijzig de
batterij niet, probeer er geen vreemde
voorwerpen in te brengen. Stel de batterij
niet bloot aan en dompel deze niet onder in
water of andere vloeistoffen. Batterijen
kunnen ontploffen als deze beschadigd
raken.
Gebruik de batterij en lader alleen voor de
doelen waarvoor ze bestemd zijn. Onjuist
gebruik of gebruik van niet-goedgekeurde of
incompatibele batterijen of laders kan het
risico van brand, explosie of een ander
gevaar met zich meebrengen, en kan de
goedkeuring of garantie doen vervallen. Als
u denkt dat de batterij of lader beschadigd is,
moet u deze naar een servicecentrum
brengen voordat u deze opnieuw gebruikt.
Gebruik nooit een beschadigde batterij of
lader. Gebruik de lader alleen binnenshuis.
Aanvullende veiligheidsinformatie
Een alarmnummer kiezen
1.
Zorg ervoor dat het apparaat is
ingeschakeld.
2.
Controleer of de signaalontvangst
voldoende is. Mogelijk moet u ook de
volgende stappen uitvoeren:
Plaats een SIM-kaart in het apparaat.
Schakel de oproepbeperkingen in uw
apparaat, zoals het blokkeren van oproepen,
vaste nummers of beperkte groep
gebruikers uit.
Zorg ervoor dat het profiel Vlucht niet is
geactiveerd.
3.
Druk meerdere malen op de eindetoets,
totdat het startscherm wordt weergegeven.
4.
Voer het officiële alarmnummer in voor
het gebied waar u zich bevindt. Alarmnum­
mers verschillen per locatie.
5.
Druk op de beltoets.
6.
Geef de benodigde informatie zo
nauwkeurig mogelijk op. Beëindig de oproep
pas als u hiervoor toestemming hebt
gekregen.
Belangrijk: Als uw apparaat
netgesprekken ondersteunt, moet u zowel
internet als mobiele gesprekken activeren.
Het apparaat kan alarmnummers zowel via
het mobiele netwerk als via uw internetprovi­
49

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave