Tekst invoeren
De ABC-stand gebruiken
Voer de gewenste tekst in met behulp van de
toetsen 1 t/m 0.
1. Druk op de toets met de gewenste letter:
- Eén keer voor de eerste letter op de toets
- Twee keer voor de tweede letter
- Enzovoorts
2. Voer alle letters op deze manier in.
Opmerking: als u op een andere toets drukt, schuift
de cursor een positie naar rechts. Als u twee keer
dezelfde letter wilt invoeren (of een andere letter van
dezelfde toets), moet u enkele seconden wachten. De
cursor gaat dan automatisch een positie verder.
Daarna kunt u de volgende letter invoeren.
Zie onderstaande tabel voor meer informatie over
de beschikbare tekens:
Tekens in de weergegeven volgorde
Toets
Hoofdletter
Spatie
Opmerking: in uw land kunnen in de ABC-stand
andere tekens beschikbaar zijn.
50
Kleine letter
• Druk op de toets
om een spatie in te voegen.
• In ABC-stand kunt u met de toets
hoofdletters en kleine letters schakelen. Er zijn
drie mogelijkheden: Beginhoofdletter (
hoofdletters (
) en Alleen kleine letters (
• Met de toetsen Rechts en Links kunt u de cursor
verplaatsen. Druk op de toets C als u letters wilt
verwijderen. Houd de toets C ingedrukt om alle
letters te wissen.
De cijferstand gebruiken
In deze stand kunt u cijfers invoegen in een
tekstbericht. Druk op de desbetreffende
cijfertoetsen.
Speciale tekens invoeren
In deze stand kunt u symbolen en speciale tekens
invoegen in een tekstbericht.
Gewenste actie
Werkwijze
Een symbool
Druk op de desbetreffende
selecteren
cijfertoets.
Meer symbolen
Druk op de toets Omhoog
weergeven
of Omlaag.
Symbool invoegen
Druk op de functietoets OK
in het bericht
of op de toets
De ingevoerde
Druk op de toets C.
symbolen wissen
Tekst invoeren
tussen
), Alleen
).
.
51