-
P R O N T O
I N S TA L L AT I E H A N D L E I D I N G
6.5.2 Toepassing met geveldoorvoer
6.5.2.1 Opbouw concentrische systeem met ge-
veldoorvoer
Het concentrische systeem met geveldoorvoer moet
aan de volgende voorwaarden voldoen:
- Op het toestel dient eerst minimaal 1 meter con-
centrische pijp verticaal aangesloten te worden;
- De totale verticale pijplengte mag maximaal 4 me-
ter bedragen;
- Na het verticale deel wordt een 90º bocht aange-
sloten;
- De totale horizontale pijplengte mag maximaal 3
meter bedragen (exclusief geveldoorvoer).
Voor de opbouw van het concentrische systeem zijn
de volgende 2 confi guraties mogelijk:
1) minimaal 1 meter en maximaal 4 meter verticale
pijplengte in combinatie met een 90° bocht en
minimaal 1 meter tot en met maximaal 3 meter
horizontale pijplengte en een geveldoorvoer (zie
).
Fig. 6
Bij gebruik van deze toepassing dient u de luchtin-
laatgeleider te verwijderen (zie paragraaf 6.7). De
restrictieschuif wordt niet geplaatst.
2) minimaal 1 meter en maximaal 4 meter verticale
pijplengte in combinatie met een 90° bocht en
een geveldoorvoer (dus geen horizontaal deel; zie
Fig. 7
).
Bij gebruik van deze confi guratie hoeft u niets te
doen: de luchtinlaatgeleider niet te verwijderen; de
restrictieschuif niet te plaatsen.
6.5.2.2 Plaatsen concentrische systeem met ge-
veldoorvoer
Ga als volgt te werk bij het plaatsen van het concen-
trische systeem:
Let op - Houd een afstand van minimaal 50 mm aan tus-
sen de buitenkant van het concentrische systeem
en de wanden en/of het plafond. Als het systeem
wordt ingebouwd in bijvoorbeeld een koof, dient
deze rondom uitgevoerd te worden in onbrand-
baar materiaal;
- Gebruik hittebestendig isolatiemateriaal bij door-
voer door brandbaar materiaal;
- De rozet (montagebinnenplaat) van de geveldoor-
voer is te klein om de opening van Ø 250 mm bij
doorvoer door brandbaar materiaal af te dichten.
Daarom moet eerst een hittebestendige tussenplaat van voldoende grootte op de muur worden bevestigd. Vervol-
gens wordt de rozet op de tussenplaat gemonteerd.
!Let op Sommige hittebestendige isolatiematerialen bevatten vluchtige componenten, die langdurig een onaangename geur
verspreiden; deze zijn niet geschikt.
➠
Bouw het systeem op vanaf (de aansluitstomp van) het toestel.
➠
Sluit de (gelakte) concentrische pijpstukken en de (gelakte) bocht aan.
➠
Breng op elke verbinding een klemband met siliconen afdichtring aan.
➠
Zet de klemband met een parker vast aan de pijp op plaatsen die na installatie onbereikbaar zijn.
➠
Breng voldoende beugels aan, zodat het gewicht van de pijpen niet op het toestel rust.
➠
Bepaal de resterende lengte voor de geveldoorvoer.
➠
Maak de geveldoorvoer op maat.
95901302NL Install_G20.indd 7
95901302NL Install_G20.indd 7
Fig. 5
Fig. 6
Fig. 7
7
NL
2-2-10 14:18
2-2-10 14:18