5 Gebruik
Markering van de prikdiepte
4. Stel de voor u geschikte
prikdiepte in zoals op de
vorige pagina beschreven.
1) Vind de voor u geschikte prikdiepte: 1-2 voor zachte of dunne huid, 3-4 voor
normale huid en 5-6 voor dikke of vereelte huid.
2) Gebruik een lancet of de prikpen nooit samen met andere personen. Dit kan
leiden tot het overdragen van ziektekiemen via het bloed (zoals bijv. virus-
hepatitis).
26
5. Span de prikpen op door
deze uit elkaar te trekken
tot deze met een 'klik' vast-
klikt. Klikt deze niet vast,
werd deze waarschijnlijk al
bij het plaatsen van de lancet
opgespannen.
6. De prikpen is voorbereid.
Prik niet in uw vinger,
alvorens de meter en test-
strip zijn voorbereid.