RGS3000
6.6. Geleidendheidsmeter
Op de besturing kan een geleidendheidsmeetcel worden aangesloten. In de besturing is een
automatische omschakeling aanwezig tussen twee meetbereiken. De meetbereiken zijn afhankelijk
van de toegepaste meetcellen en hebben een bereik van zeer zuiver water onder 1 µS/cm tot sterk
zouthoudend water tot 100 mS/cm.
1
10
cel -
0,01
constante
-1
cm
Voor de functionele controle van de geleidendheidsmeting kan telkens een onderste grenswaarde en
voor de kwaliteitsbewaking van het water telkens een bovenste grenswaarde worden
geprogrammeerd. De vertragingstijd voor een eventueel alarm kan worden geprogrammeerd. Ook kan
worden ingesteld of de installatie in deze gevallen moet worden uitgeschakeld en automatisch weer
wordt ingeschakeld zodra de geleidendheid weer in orde is.
Met behulp van een temperatuurvoeler is een automatische temperatuurcompensatie van de
geleidendheidsmeting mogelijk. Indien geen temperatuurvoeler wordt aangesloten, dan wordt de
handmatig ingestelde temperatuur aangehouden.
Bij ingave van de temperatuur van 25 °C is de correctiefactor gelijk aan 1 en er volgt geen correctie
van de waarde van de geleidendheid.
Er dient een temperatuurvoeler te worden gebruikt van het type PT1000.
Met behulp van een eventuele temperatuurvoeler kan een automatisch correctie op de gemeten
geleidendheidswaarde worden uitgevoerd. De gebruikte temperatuurafhankelijke correctiefactor bij
automatisch of handmatige compensatie kan van de onderstaande grafiek overgenomen worden.
2,0
1,8
1,6
1,4
1,2
1,0
0,8
0,6
0,4
0,2
0
0
5
10
Voorbeeld:
Ingestelde resp. gemeten watertemperatuur:
Gemeten waarden van de geleidendheid:
Gebruikte correctiefactor:
Weergegeven waarde geleidendheid:
Componenten
Geleidendheid µS/cm
100
1.000
10.000
0,1
0,5
1,0
10
Temperatuur compensatie
15
20
25
Temperatuur °C
Berekening van het meetbereik:
100.000
bereik
min
bereik
max
30
35
40
45
T = 12 C
C
= 100 μS/cm
12
K = 1,4
C
= 140 μS/cm
25
= celconstante * 10 μS / cm
= celconstante * 10 000 μS / cm
50
55
60
65
20