De zenders koppelen (inbedrijfstelling)
De VDO M6 voert automatisch een koppeling van beide
zenders uit.
Nadat de computer in de stuurhouder is gedraaid, begint hij
met het zoeken van de zender.
Het zoeken van de zender herkent u aan de knipperende
cijfers voor:
- Snelheid
- Hartslag (bij ingeschakeld hartslagoptie)
- Trapfrequentie (bij ingeschakeld trapfrequentie-optie)
De VDO M6 heeft een automatische fietsherkenning.
Afhankelijk van of u fiets 1 of fiets 2 gebruikt, worden de
gegevens gemeten voor fiets 1 of fiets 2.
PAS OP:
Wanneer tijdens het koppelen storing optreedt door
andere stralingsbronnen, dan verschijnt op het scherm de
melding „Te veel signalen".
De melding bevestigt u met een willekeurige knop. Daarna
gaat u van de plek met storing weg en gaat u ergens anders
heen. Draai de computer uit de stuurhouder. Plaats de
computer opnieuw in de stuurhouder. De computer voert
nu opnieuw een koppeling uit.
Mogelijke storingsbronnen:
- Led-verlichting
- Mobiele telefoon
- GPS-ontvanger
- WLAN
- Beveiligingsinstallaties in de winkel
Deze storingsbronnen kunnen het koppelen storen.
Functionele test
Na de montage controleert u het functioneren.
Dat gaat zo:
- Plaats de computer in de houder.
De snelheidsweergave knippert. De computer zoekt nu
zijn snelheidszender
- Til het voorwiel op en draai eraan.
Op de zender knippert nu de groene led enkele keren.
- Op de computer moet nu een snelheid worden
weergegeven.
Bij ingeschakelde trapfrequentie-optie moet ook de
trapfrequentiezender worden gekoppeld:
- De trapfrequentieweergave knippert. De computer zoekt nu
zijn trapfrequentiezender.
- Draai aan de trappers of ga rijden.
Op de trapfrequentiezender knippert nu de groene led
enkele keren.
LET OP:
In de zender moet bij eerste ingebruikname de
schakelaar voor de fietsherkenning ingeschakeld worden
op fiets 1 of fiets 2. Alleen dan werkt de automatische
fietsherkenning.
Toets LANG ingedrukt houden, tot de LED knippert.
1 keer knipperen groen = fiets 1 is geselecteerd
2 keer knipperen rood = fiets 2 is geselecteerd
- Op de computer moet nu een trapfrequentie weergegeven
worden.
Bij ingeschakelde hartslagoptie moet ook de
hartslagzender worden gekoppeld:
- De hartslagweergave knippert. De computer zoekt nu
zijn hartslagzender
- Plaats de hartslagzender en wacht een paar seconden.
- Op de computer moet nu een hartslag worden
weergegeven.
Wanneer er geen snelheid trapfrequentie of hartslag wordt
weergegeven, kunnen er meerdere oorzaken zijn.
De mogelijke oorzaken zijn beschreven in het hoofdstuk
„Storingen verhelpen".
M6
21