3
Algemeen
3
Algemeen
Vorstbeveiliging
Op Nefit SmartLine HR(C)-toestellen hoeft geen vorst-
beveiliging voor het toestel aangebracht te worden.
Deze beveiliging is geïntegreerd met de aanvoersensor.
De vorstbeveiliging schakelt het cv-toestel in bij een
toestelwatertemperatuur van 7 °C en schakelt het
toestel uit bij een toestelwatertemperatuur van 17 °C.
De cv-installatie wordt niet beveiligd tegen vorst.
Wanneer er kans op bevriezingsgevaar bestaat bij een
radiator of een leidingdeel, dan moet de nadraaitijd van
de pomp op 24 uur ingesteld worden (
"Instellen van de nadraaitijd van de pomp", pagina 29).
Aan/uit-regeling
Het toestel werkt in principe in combinatie met alle gang-
bare potentiaalvrije aan/uit-regelingen zonder warmte-
versnellings-element (anticipatieweerstand).
Bij keuze voor een dergelijke regeling wordt het speci-
fieke voordeel van het toestel, namelijk de modulerende
werking op basis van ruimtetemperatuur of op basis van
een stooklijn, niet benut. Dit gaat ten koste van het
comfort en energieverbruik.
Modulerende regeling
De beste regeling wordt bereikt met de speciaal voor dit
toestel door Nefit ontwikkelde modulerende ModuLine
kamerthermostaten.
Dit houdt in dat langs digitale weg continu gegevens
worden uitgewisseld tussen het toestel (UBA 3 = Univer-
sele Brander Automaat 3) en de modulerende regeling.
Hierdoor is het toestel in staat om zijn geproduceerd
vermogen optimaal aan te passen aan het door de
modulerende regeling gevraagd vermogen, dit is wat
wordt verstaan onder het begrip "moduleren". Dit modu-
lerende principe verhoogt het comfort door een gelijk-
matigere ruimtetemperatuur en verlaagt het
gasverbruik.
De communicatie tussen het toestel en de modulerende
regeling maakt het tevens mogelijk om (op afstand) op
de modulerende regeling belangrijke informatie omtrent
de status van het toestel, bedrijfsgegevens, instellingen
en eventuele storingen uit te lezen.
De modulerende ModuLine kamerthermostaten worden
door het toestel elektrisch gevoed, dus extra externe
voeding of batterijen zijn niet nodig.
Zie voor uitgebreidere informatie omtrent de montage,
instellingen en bediening van de verschillende module-
rende regelingen de documentatie van de betreffende
modulerende regeling.
Nefit B.V. • http://www.nefit.nl/professioneel
10
Installatie-instructie Nefit SmartLine HR 11/24‚ HRC 24/CW3 (uitgebreid) en HRC 24/CW4 (uitgebreid) • uitgave 02/2009
Testprocedure pomp en ventilator
Indien het toestel voor een langere tijd niet gebrand
heeft, volgt automatisch iedere 24 uur een testproce-
dure van 5 minuten voor pomp en ventilator.
Het tijdstip waarop deze test plaatsvindt, wordt bepaald
door het tijdstip waarop de netspanning op het toestel
wordt aangesloten. Na het onderbreken van de netspan-
ning door de netstekker even uit de wandcontactdoos te
nemen, zal exact na 24 uur de bovengenoemde testpro-
cedure plaatsvinden. Tijdens deze testprocedure geeft
paragraaf
het display de code
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden!
P
.