4
Juist gebruik
Volg de volgende stappen wanneer u de airconditioner voor de eerste keer gaat gebruiken of nadat u de instellingen heeft
veranderd. Instellingen worden in het geheugen opgeslagen en worden weergegeven wanneer de unit wordt ingeschakeld met
de toets
.
Voorbereiding
• De partitielijnen verschijnen op de afstandsbediening wanneer de circuitonderbreker wordt ingeschakeld.
* Nadat de circuitonderbreker is ingeschakeld, kunt u gedurende ongeveer 1 minuut geen functies
activeren met behulp van de afstandsbediening; dit is normaal en duidt niet op een defect.
VEREISTEN
Als de airconditioner na langdurig niet-gebruik weer moet worden gestart, schakel dan de circuitonderbreker ten minste 12 uur
voordat u de airconditioner wilt starten in.
TEMP.
ON / OFF
4
TIMER SET
FAN
MODE
TIME
SAVE
VENT
FILTER
RESET
TEST
SET
CL
SWING/FIX
UNIT LOUVER
Start
1
Druk op de
-toets.
Het signaallampje licht op en het toestel begint te
werken.
2
Selecteer een bedrijfsmodus met behulp van
de "
"-toets.
Met elke druk op de toets verandert het scherm in
de volgorde die hieronder wordt weergegeven.
Automa
Verwarmen
Drogen
Koelen
tisch
13-NL
19-NL
3
Kies de ventilatorsnelheid met de "
toets.
Met elke druk op de toets verandert het scherm in
de volgorde die hieronder wordt weergegeven.
Automa
Hoog
Medium
tisch
1
3
• Met de ventilator op "
2
ingesteld, wordt de ventilatorsnelheid geregeld
op basis van het verschil tussen de ingestelde
temperatuur en de kamertemperatuur.
• Indien de temperatuur tijdens het verwarmen
niet voldoende wordt verhoogd met de
"
Laag" snelheid, kies dan "
"
Hoog".
• De temperatuursensor bepaalt de temperatuur
van de geretourneerde lucht bij de binnenunit en
deze is mogelijk afhankelijk van de installatie-
omstandigheden anders dan de werkelijke
kamertemperatuur.
De in te stellen temperatuur is de gewenste
kamertemperatuur.
(
"Automatisch" kan niet worden gekozen
tijdens de Ventilator functie.)
Ventilator
4
Stel de gewenste temperatuur in met de
"TEMP.
"- of "TEMP.
Gestopt
Druk op de
-toets.
Het signaallampje dooft en de werking van het toestel
houdt op.
Tijdens de Koelen, Drogen of Automatisch (koelen)
functie, werkt de ventilator 10 minuten (of langer) voor
de zelfreiniging.
– 7 –
OPMERKING
Automatisch omschakelen
• Met de automatische functie kiest de unit de bedrijfsmodus (koelen, verwarmen of alleen ventileren) op basis van de door de
gebruiker ingestelde temperatuur.
• Indien u Automatische modus ongemakkelijk vindt, kunt u ook handmatig de gewenste instellingen bepalen.
Koelen
• Als koeling wordt ingesteld start de unit ongeveer 1 minuut later.
Verwarmen
• Als verwarmen wordt ingesteld start de unit ongeveer 3 tot 5 minuten later.
• Nadat het verwarmen is gestopt, kan de fan nog ongeveer 30 seconden blijven draaien.
• Wanneer de kamertemperatuur de ingestelde temperatuur bereikt, stopt de buitenunit en werkt de ventilator van de
binnenunit met zeer lage snelheid.
Tijdens het ontdooien stopt de ventilator zodat er geen koude lucht wordt uitgeblazen. ("
weergegeven.)
"
Het apparaat opnieuw inschakelen nadat het gestopt is
Ter bescherming van de compressor kan de unit na het stoppen de eerste 3 minuten niet opnieuw worden gestart.
8 °C bediening (ter voorverwarming)
Laag
De airconditioner kan de verwarmingstemperatuur controleren tot ongeveer 8 °C in de verwarmingsmodus.
Automatisch"
De 8 °C-verwarming moet worden ingesteld met de bedrade afstandsbediening. Vraag de instellingen aan de
installateur of de dealer volgens de installatiehandleiding van de binnenunit.
Start
1
Stel de weergegeven temperatuur in op 18 °C in de verwarmingsmodus door op de toets
TEMP.
Medium" of
2
Stel de weergegeven temperatuur in op 8 °C door gedurende minstens vier seconden op de toets
TEMP.
Gestopt
1
Stel de weergegeven temperatuur in op 18 °C door op de toets TEMP.
• De airconditioner keert terug naar de normale VERWARMEN-modus. Selecteer een gewenste temperatuur en
bedrijfsmodus.
OPMERKING
• De temperatuur van de uitgeblazen lucht is lager dan de temperatuur van de uitgeblazen lucht tijdens de normale verwarming.
" toets.
• De kamertemperatuur is mogelijk niet evenredig verspreid afhankelijk van de plaats van installatie van de afstandsbediening.
• De kamertemperatuur bereikt mogelijk geen 8 °C afhankelijk van de grootte van de kamer of de installatieomstandigheden.
• De ventilatorsnelheid kan worden ingesteld tijdens het 8 °C verwarmen.
De 8 °C-verwarming wordt geannuleerd in de volgende gevallen.
•Wanneer de werking wordt gestopt met de
•Wanneer een andere bedrijfsmodus wordt geselecteerd met de
•Wanneer de temperatuurinstelling of de bedrijfsmodus wordt gewijzigd of de werking wordt gestart/gestopt via de draadloze
afstandsbediening of de afstandsbediening voor centrale bediening.
• Bij gebruik van deze functie, mag de unit niet langer dan aangegeven worden gebruikt en dient bij voorkeur periodiek
onderhoud door onderhoudspersoneel te worden uitgevoerd.
– 10 –
te drukken.
te drukken.
-toets.
" Voorverwarming wordt
te drukken.
EN
-toets.
ID
ID
20-NL
14-NL