Tussentijden
— om tussentijden op te nemen. Selecteer
Starten
— om de
tijdsopname te starten. Selecteer
Interval
elke keer dat u de tussentijd wilt
opnemen. Selecteer
Stop
om de tijdsopname te beëindigen.
Selecteer
Opslaan
als u de opgenomen tijd wilt opslaan.
Als u de tijdsopname opnieuw wilt starten, selecteert u
Opties
> Starten. De
nieuwe tijd wordt aan de vorige tijd toegevoegd. Selecteer
Opnieuw instellen
om
de teller op 0 te zetten zonder de tijd op te slaan.
Druk op de toets Einde als u tijdsopname met de stopwatch in de achtergrond wilt
activeren.
Rondetijden
— om rondetijden op te nemen. Druk op de toets Einde als u
tijdsopname met de stopwatch in de achtergrond wilt activeren.
Doorgaan
— om de tijdsopname weer te geven die u in de achtergrond hebt
geactiveerd.
Laatste tonen
— om de laatste tijdsopname weer te geven als de stopwatch niet
op 0 is gezet.
Tijden bekijken
of
Tijden verwijderen
— om de opgeslagen tijden te bekijken of te
verwijderen.
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
140