PIJPUITEINDE VOORBIJ DE TROMPVORM
Pijpdoors
Torsiekracht
nee
18-20 N.m
Ø 6.35
(183-204 kgf.cm)
25-26 N.m
Ø 9.52
(255-265 kgf.cm)
35-36 N.m
Ø 12.7
(357-367 kgf.cm)
45-47 N.m
Ø 16
(459-480 kgf.cm)
65-67 N.m
Ø 19
(663-683 kgf.cm)
75-85N.m
Ø 22
(765-867 kgf.cm)
8. Verwijder de tromptang en de trompvorm en
controleer de pijp op breuken en een
gelijkmatige tromp.
Stap 4: Verbind de leidingen
Verbind de koperleidingen eerst met het
binnentoestel en daarna met het buitentoestel.
Verbind eerst de lagedruk leiding, daarna de
hogedruk leiding.
1. Breng vóór u de optrompmoeren verbindt een
dun laagje koelolie aan op de opgetrompte
uiteinden van de buis.
2. Plaats de te verbinden buiseinden goed
gecentreerd tegenover elkaar.
Leidingwerk binnentoestel
3. Draai de optrompmoer met de hand aan.
4. Klem de moer op het pijpstuk van het
binnentoestel met een steeksleutel vast.
5. Draai de optrompmoer aan met behulp van een
momentsleutel, overeenkomstig de waarden in
bovenstaande tabel.
OPMERKING: Gebruik zowel een steeksleutel als
een momentsleutel wanneer u pijpen verbindt of
ontkoppelt van het toestel.
Pag. 30
Trompafmeting (A)
(Eenheid: mm/Inch)
Trompvorm
Min.
Max.
8,4/0,33
8,7/0,34
13,2/0,52
13,5/0,53
16,2/0,64
16,5/0,65
19,2/0,76
19,7/0,78
23,2/0,91
23,7/0,93
26,4/1,04
26,9/1,06
Pijp
Optrompmoer
LET OP
• Vergeet niet om de pijp met isolatiemateriaal
te omwikkelen. Direct contact met de leiding kan
leiden tot brandwonden of
bevriezingsverschijnselen.
• Zorg ervoor dat de leiding goed is bevestigd.
Te strak aandraaien kan de toetermond
beschadigen, terwijl te slap aandraaien tot
lekkage kan leiden.
OPMERKING OVER MINIMUM STRAAL VAN EEN
BOCHT
Buig de leiding voorzichtig in het midden,
volgens de afbeelding hieronder.
NIET verder dan 90° en niet vaker dan 3 keer.
Buig de leiding met de duimen
min-radius 10cm (3,9")
6. Bind, na het aansluiten van de koperleidingen
op het binnentoestel, de stroomkabel, de
signaalkabel en de leiding samen met behulp
van bindtape.
OPMERKING:
Verstrengel de signaalkabel
NIET
met overige bedrading.
de signaalkabel niet rondom andere draden
verwikkeld raakt wanneer u ze samenbindt.
7.
Steek de pijpleiding door de muur en verbind
deze met het buitentoestel.
8.
Isoleer alle leidingen, inclusief de kranen op het
buitentoestel.
9.
Open de sluitkranen op het buitentoestel om
het koelmiddel door binnen- en buitentoestel
rond te laten stromen.
LET OP
Verzeker u er na afloop van de
installatiewerkzaamheden van dat er geen
koelmiddel lekt.
Lekt er koelmiddel, ventileer de ruimte dan
onmiddellijk en ontlucht het systeem (zie
de sectie Ontluchten van deze
handleiding).
Buig de leiding
Zorg ervoor dat