■
Als de functie 'USB-slaapstand en laden' is ingesteld op
[Ingeschakeld], krijgen compatibele USB-poorten stroom (5 V), zelfs
als de computer is uitgeschakeld.
Er wordt ook stroom (5 V) geleverd aan externe apparaten die op de
compatibele USB-poorten zijn aangesloten. Sommige externe
apparaten kunnen echter niet alleen via USB-stroom (5 V) worden
opgeladen.
Neem voor de specificaties van de externe apparaten contact op met
de fabrikant van het apparaat of raadpleeg de specificaties van het
apparaat voordat u dit gebruikt.
■
Externe apparaten opladen via de functie 'USB-slaapstand en laden'
duurt langer dan wanneer u de eigen lader van het apparaat gebruikt.
■
Als externe apparaten zijn aangesloten op compatibele poorten terwijl
de netadapter niet op de computer is aangesloten, zal de accu van de
computer leeg raken, zelfs als de computer is uitgeschakeld. Daarom
raden wij aan de netadapter op de computer aan te sluiten wanneer u
de functie 'USB-slaapstand en laden' gebruikt.
■
Externe apparaten die stroom (5 V) krijgen via de USB-poorten van de
computer, kunnen altijd worden gebruikt.
■
Als de externe apparaten die op de compatibele poorten zijn
aangesloten, te veel stroom trekken, kan de toevoer van USB-stroom
(5 V) uit veiligheidsoverwegingen worden gestopt.
■
Als de functie "Laden via USB in slaapstand" is ingesteld op
[Ingeschakeld], werkt de functie "USB-activering" niet voor
compatibele poorten.
In dat geval kunt u de muis of het toetsenbord aansluiten op een USB-
poort zonder het pictogram voor de functie "USB-slaapstand en laden"
(
Als alle USB-poorten zijn voorzien van het pictogram voor de functie
"Laden via USB in slaapstand" (
functie "Laden via USB in slaapstand" in [Uitgeschakeld].
De functie USB-activering werkt nu, maar de functie voor USB-
slaapstand en laden is uitgeschakeld.
Metalen paperclips of haarspelden genereren warmte als ze in contact
komen met een USB-poort. Voorkom daarom dat USB-poorten in contact
komen met metalen voorwerpen, bijvoorbeeld wanneer u de computer in
een tas draagt.
De standaardinstelling is [Uitgeschakeld]. Als u de instelling wijzigt in
[Ingeschakeld], wordt deze functie ingeschakeld.
Er zijn twee modi, Modus1 en Modus2, in de stand [Ingeschakeld]. Kies
Modus1 voor normaal gebruik.
Gebruikershandleiding
), indien aanwezig.
BIOS Setup en wachtwoorden
), wijzigt u de instelling voor de
7-4