Raadpleeg een arts of de fabrikant
van het medische apparaat om vast
te stellen of het voldoende is
beschermd tegen externe radiofre-
quentie-energie.
Geïmplanteerde medisch
apparaten
Om mogelijke storing te voorkomen,
raden fabrikanten van
geïmplanteerde medische
apparatuur aan om draadloze
apparaten altijd op minimaal 15,3
centimeter afstand te houden.
Personen met dergelijke apparaten
moeten met het volgende rekening
houden:
• Houd het draadloze apparaat altijd
op meer dan 15,3 centimeter
afstand van het medische
apparaat.
• Draag het draadloze apparaat niet
in een borstzak.
67
• Houd het draadloze apparaat
tegen het oor aan de andere kant
van het lichaam dan de kant waar
het medische apparaat zit.
• Schakel het draadloze apparaat uit
als er enige reden is om te
vermoeden dat er een storing
plaatsvindt.
• Volg de instructies van de
fabrikant van het geïmplanteerde
medische apparaat.
Als u vragen hebt over het gebruik
van het draadloze apparaat wanneer
u een geïmplanteerd medisch
apparaat hebt, neemt u contact op
met uw zorginstelling.
Gehoor
Waarschuwing: Wanneer u de
hoofdtelefoon gebruikt, kan uw
vermogen om geluiden van buitenaf
te horen negatief worden beïnvloed.
Gebruik de hoofdtelefoon niet
wanneer dit uw veiligheid in gevaar
kan brengen.
Sommige draadloze apparaten
kunnen storingen in sommige
gehoorapparaten veroorzaken.
Nikkel
Opmerking: Het oppervlak van dit
apparaat bevat geen nikkel in de
gemetalliseerde delen. Het
oppervlak van dit apparaat bevat
roestvrij staal.
Het apparaat beschermen
tegen schadelijke inhoud
Uw apparaat kan worden
blootgesteld aan virussen en andere
schadelijke inhoud. Neem de
volgende voorzorgsmaatregelen:
• Wees voorzichtig met het openen
van berichten. Berichten kunnen
schadelijke software bevatten of