Inhoudsopgave
Advertenties
HANDLEIDING
Werking
Gevoeligheid
In de fabriek is de melder ingesteld op de hoogste detectiegevoeligheid. Bij onbedoeld
schakelen door bijvoorbeeld luchtstroming, kan de gevoeligheid met behulp van de
afstandsbediening worden verlaagd.
Raadpleeg hiertoe de handleiding van de afstandsbediening Mobil-PDi/MDi-universal
(toebehoren).
EVSA DALI-parameters
Diverse parameters van het DALI-voorschakelapparaat worden automatisch door de
melder geconfigureerd en optimaal ingesteld. Deze functie kan worden gedeactiveerd.
Diverse parameters kunnen ook handmatig worden aangepast.
Raadpleeg hiertoe de handleiding van de afstandsbediening Mobil-PDi/MDi-universal
(toebehoren).
Ingang drukcontact
De aanwezigheidsmelder kan via de DALI-bus worden aangesloten op een DALI-knop.
Via deze knop kunnen de functies...
Lichtkanaal AAN / UIT
Lichtkanaal dimmen OMHOOG / OMLAAG
door kort of lang op de knop te drukken worden geregeld.
Om met de melder te communiceren moet de DALI-knop op adres 15 worden
ingesteld. Dit adres kan niet op de melder worden gewijzigd.
PD-FLAT 360i/6 mini DALI
PD-C 360i/8 mini DALI
Klantspecifieke instelling
Melder-LED's AAN / UIT
De LED in de melder kan worden in- of uitgeschakeld.
LED-indicatie:
LED's UIT: de blauwe LED is gedurende ca. 2 sec. uitgeschakeld.
LED's AAN: De blauwe LED knippert 3 keer.
Programmeermodus afsluiten
De instelde parameters worden opgeslagen op de melder.
LED-indicatie: De blauwe LED wordt uitgeschakeld.
NL
15 / 20
Advertenties
Inhoudsopgave
