HANDLEIDING
Lichtwaarde
De lichtwaarde is de waarde van het omgevingslicht waaronder de melder actief is,
dus bij bewegingsdetectie de verlichting inschakelt resp. waarboven de melder niet op
gedetecteerde beweging reageert.
Hiervoor moet de programmeermodus eerst worden geopend en na correcte instelling
weer worden gesloten (zie ook "nalooptijd").
In de programmeermodus kan met behulp van de oogtoets de actuele lichtwaarde
worden ingelezen en opgeslagen.
Schakelvertraging
Om plotselinge helderheidsveranderingen bij aanwezigheid door ongewenst in- /
uitschakelen van de verlichting te voorkomen, wordt de melder uitsluitend met een
tijdvertraging geactiveerd.
Voorbeeld: een voorbijtrekkende wolk zou het apparaat onnodig kunnen laten schakelen.
Tijdvertraging van "donker naar licht": 5 min. = rode LED knippert langzaam
gedurende deze tijd.
Oriëntatieverlichting
Als alternatief voor het volledig uitschakelen, kan de melder na afloop van de
nalooptijd de aangesloten verlichting dimmen tot een ingestelde dimwaarde. Als
dimwaarde kan 10 %, 20 %, 30 % en 40 % worden geselecteerd. Wanneer het
omgevingslicht boven de drempelwaarde uitkomt, wordt de oriëntatieverlichting
automatisch uitgeschakeld. Bij onderschrijding wordt de oriëntatieverlichting
automatisch weer ingeschakeld.
De oriëntatieverlichting kan permanent aan, permanent uit of met een zelfgekozen
nalooptijd worden ingesteld. De nalooptijd kan met de afstandsbediening worden
ingesteld van 1 - 30 minuten.
Werking
PD-FLAT 360i/6 mini DALI
PD-C 360i/8 mini DALI
Klantspecifieke instelling
Programmeermodus openen
De melder bevindt zich in de programmeermodus.
LED-indicatie: De blauwe LED brandt continu en de verlichting is permanent
ingeschakeld.
NL
11 / 20